vrijdag 11 november 2016

Chillen in Chitwan


Bambi tart het noodlot... zoek de krokodil


We beslissen om na de trekking nog een paar dagen zen in te bouwen in het Chitwan Nationaal Park, zo'n 160 km van Kathmandu. De bereidwillige eigenaar van de lodge in Kathmandu probeert ons een 3-daags pakket aan te smeren, maar ons haar gaat al recht staan bij het programma alleen: met de hele groep naar de zonsondergang, tocht op een olifant, 'traditionele' dans, buffetformule.... brrrr. We beperken zijn hulp tot een busticket en schakelen weer over op 'we zien wel'.

De bus doet ongeveer 6u over een traject van 160 km. Eerst duurt het 3u voor we eindelijk uit Kathmandu geraken en dan rijden (schuifelen is misschien een beter woord) we urenlang hotsend en bonkend over stoffige bergwegen vol putten en stenen. Maar Chitwan zelf is een aanrader. We vinden een heel leuke lodge waar je ter plaatse vanalles kan boeken, met gezellig terras, een toffe kamer met een douche die werkt en waar we zelfs koud water moeten toevoegen.... Yezzzz.

We proppen onze 2 dagen vol met een kanotocht bij zonsopgang, een jungle dagwandeling, fietsen huren, bezoek aan het elephant breeding center, een jeepsafari en jawel... de traditionele dans. De tijgers laten zich jammer genoeg niet zien, maar we kruisen wel een paar neushoorns en ander wild op ons pad. Enkele natuurfotootjes hieronder ter illustratie.

En vandaag zijn we terug in Kathmandu na een rit van maar liefst 8u. In een lange kolonne vrachtwagens en bussen kronkelden we steunend en zuchtend de bergen op. Helemaal dooreengeklutst zijn we terug bij start. Morgen nog wat pakjes kopen en zondag terug het vliegtuig op. Het zal terug wennen worden....














zondag 6 november 2016

Down down down






Eindelijk weten we wat woorden als 'verademing' of 'opluchting' betekenen. Het moment dat je voelt dat je terug zuurstof binnenkrijgt en je helemaal heropleeft. Op 5000 meter is nog ongeveer 50% van de zuurstof aanwezig vergeleken met zeeniveau. Bij elke inspanning - en dan bedoelen we niet een berg beklimmen, maar simpele zaken zoals je veters strikken of een slaapzak in een hoes proppen - moet je letterlijk naar lucht happen.

Wellicht zoals een hulpeloze vis die bengelend aan een haak wanhopig probeert om zuurstof in zijn systeem te pompen. De afdaling kan je dan best vergelijken met het moment waarop de vis terug te water wordt gelaten en vrolijk wegzwemt.
Op 4 dagen dalen we via Periche, Phunki Thanga en Monjo terug naar Lukla. Alhoewel ook dit gepaard gaat met het nodige zweet.

Vaak moeten we 500 meter dalen om vervolgens weer 400 meter te stijgen, een fenomeen ook beter gekend als 'Nepali flat'. Maar naarmate we zakken stijgen zuurstof en temperatuur en krijgt onze moraal een serieuze boost. De zeurende koppijn verdwijnt en we genieten van de prachtige valleien. Ondertussen zijn we terug in Kathmandu en dinsdag vertrekken we naar Chitwan, een nationaal park op de grens met India.

Het was een heel mooie tocht met naast de overweldigende natuur ook boeiende ontmoetingen. De Nepalese eigenares van een lodge die met tranen in de ogen vertelt over haar kleindochter in de states, de Canadese vrouw die de helft van haar rugzak wegkieperde omwille van overtollig gewicht, de zweedse jongelingen die elkaar leerden kennen via een reis-dating site en bij wijze van sociaal experiment samen optrekken, de Argentijn (vegetarier en kent niets van voetbal dus we betwijfelen zijn nationaliteit) die de hele wereld afschuimt... allemaal mensen met hun eigen verhaal en beweegredenen om de berg te zien.

Maar met stip het meest intrigerende.... de stokoude Japanner (volgende weeek 79) die we ontmoeten in Gorak Shep op 5200 meter waar hij allerhande kruiden en een blikje vis tevoorschijn tovert en mengt in een kommetje rijst. Terwijl hij half indommelt boven zijn eten, vraagt hij aan pepe of hij op Kalapatar zou kunnen klimmen om Everest te zien. Waarop pepe antwoordt dat als hij al zo ver is geraakt, dat ook nog wel zou lukken (hij ging net niet over tot zijn mantra...). En effectief, de volgende dag komt de man met sterren in zijn ogen vertellen dat hij het gehaald heeft. Of hoe het nooit te laat is om voor je dromen te gaan ...

donderdag 3 november 2016

Sunset at the top of the world

De mooiste zonsondergang ooit gezien.

Op dinsdag 1 november trekken we in de voormiddag naar Everest basecamp en in de namiddag doen we de beklimming van Kalapatar voor de zonsondergang boven de Himalaya. Het wordt een schitterende dag vol hoogtepunten. Een paar foto's ter illustratie.

De hoogste toppen vangen de laatste zonnestralen.


Op de top van Kalapatar, 5620m, het hoogtepunt (letterlijk) van de trek.

Meme in triomf, it was all in the mind after all.

Even rusten tijdens de beklimming...of wachten op meme?

Everest Basecamp (zonder expeditietenten in deze periode), check!

Gletsjer en icewall van Everest basecamp, start van de expedities naar de top

woensdag 2 november 2016

It's all in the mind ... nooooooot




We zijn dagen en data al een beetje uit het oog verloren en leven enkel nog op het ritme van licht en donker. Na wat sight-seeing in en rond Gokyo wagen we de oversteek van de Cho-la richting Gorak Shep. Eerst en vooral moeten we de Ngozumpa gletsjer oversteken, een gigantisch gevaarte vol puin en steen met her en der diepe crevassen en ijzige meren. De afdaling naar de gletsjer loopt via een steil zanderig pad van amper een tiental cm breed. Meme begint uiteraard te flashen en blokkeert volledig maar gelukkig is er een behulpzame sherpa in de buurt die meme een hand geeft en via een veiliger padje iets hoger gelegen naar de gletsjer brengt. Terwijl we een provisorisch pad volgen dat elk jaar opnieuw wordt aangeduid - een gletsjer is immers constant in beweging - horen we het diepe gebrom en gekraak dat uit de vijandige steenmassa opstijgt. We zijn blij als we anderhalf uur later de overkant bereiken en wandelen rustig verder tot Dragnag (4690 m), onze laatste stop voor de pas.

De dag van de pas staan we rond half 6 op en iets na 6 zijn we al op pad. De pas ligt op 5420 m dus we moeten meer dan 700 m overbruggen. De voorbije dagen hoorden we al tal van doemverhalen gaande van ijzige rotsen, steile wanden en afbrokkelend gletsjerpuin dus een pleziertochtje zou het niet worden. De tocht begint nochtans cava, geleidelijk stijgen tot we op een soort van kam uitkomen. Maar daar rijst ineens een loodrechte wand vol rots en puin voor ons op, een zwarte muur... slik. De beklimming is afschuwelijk zwaar. Pepe dreunt zijn mantra af 'it's all in the mind' terwijl meme na een half uur niet meer kan praten. Stap voor stap zien we de pas dichterbij komen al is ook dat relatief. We zijn eindelijk boven tegen de middag, meer dan 5u later dus. En compleet afgepeigerd. Bloed, zweet en tranen... de afdaling aan de andere kant overigens niet veel milder.

We starten met een steil stuk langs een rots, moeten dan keilang (ook hier zijn tijd en ruimte relatief) over een sneeuwgletsjer klefferen en hoppen over ijzige rotsen voor we iets stabielere grond voelen. In de vooravond bereiken we Dzonghla, een klein dorpje meteen paar lodges en omringd door majestueuze bergen. We zijn bijna 9u onderweg geweest...
Vanuit Dzonghla zetten we de volgende dagde trip verder naar Gorak Shep, het hoogste dorp van de trekking (5180 m). 

Het pad slingert zich door alweer een schitterende valei tot Lobuche waar we uitkomen op de Everest Highway, de route die door de meeste groepen gevolgd wordt (zonder pas dus). Vanuit Lobuche is het andermaal stijgen tot Gorak Shep. En tot grote vreugde van meme moeten we ook hier weer een gletsjer oversteken. Als ware haatsmurf 'ik haat gletsjers!' strompelt meme over de gletsjer en pepe haalt weer zijn mantra uit de toverhoed (wat op zo'n moment niet veel helpt trouwens...). In Gorak is het berekoud en we haasten ons naar de eerste lodge voor een kamer. Jammer genoeg blijkt alles volzet, idem dito voor de tweede en derde (laatste) lodge. Ze kunnen ons wel een tent aanbieden, maar geen (vettig) haar op onze kop dat er ook maar aan denkt om bij temperaturen van min 20 en op meer dan 5000 m in een tent te slapen! We blijven dus in de derde lodge aan de receptie staan samen met 2 jonge zweden en vragen of we dan eventueel in de eetruimte kunnen overnachten. Na veel gepalaver krijgen we een bed in de slaapzaal van de porters. De ruimte is een paar vierkante meter groot met daarin 2 stapel-bakken met telkens 3 bedden (12 in totaal dus). We doen zoals verwacht amper een oog dicht. Fluisteren is die mannen compleet onbekend, en ook de deur dichtdoen of niet met je koplamp in andere bedden schijnen, lijken onbekende begrippen. Tot overmaat van ramp staat de rest van onze kamergenoten al om 5u op. Tot zover de charme van niets op voorhand reserveren en 'we zien wel'.... Maar goed, het was in elk geval beter dan een tent. En aangezien we hier 2 nachten blijven, boeken we wel snel een kamer voor de tweede nacht. Want vanuit Gorak Shep plannen we een wandeling naar Everest Base Camp en de beklimming van Kalapatar (5620 m) voor de zonsondergang boven het dak van de wereld.

vrijdag 28 oktober 2016

Van Namche Bazaar (3446m) naar Gokyo (4750m)







Onze tocht door de Gokyo vallei loopt via Phortse Tenga (3643m), Dole (4084 m) en Machhermo (4465m) tot Gokyo. Helemaal volgens het boekje stijgen we maximum 400 meter per nacht om ons lichaam de nodige tijd te geven aan de hoogte te wennen. Grappig trouwens hoe dit vege lijf erin slaagt om toch de nodige zuurstof uit de steeds ijlere lucht te halen. Onze ademhaling wordt dieper, hartslag gaat omhoog en achter de schermen maakt ons bloed extra rode bloedcellen aan om toch meer zuurstof te kunnen vervoeren. Het geheel gaat ook gepaard met de nodige ongemakken: gezwollen vingers en gezicht, nachtelijke apneus, heel levendige dromen alsof je zwalpt tussen droom en werkelijkheid en zeer veel pipi (absoluut hatelijk om bij vriestemperaturen uit je warme slaapzak te komen om de put op te zoeken...). Pepe voelt uiteraard niks en loopt de berg op alsof het Holsbeekbos is. Meme moet wat meer puffen, maar los van wat stekende hoofdpijn af en toe lukt het voorlopig prima al neemt meme toch af en toe een halve diamox om de acclimatisatie te vergemakkelijken. Afwachten wat het wordt boven de 5000 m.


De tocht door de vallei is ronduit adembenemend - wellicht speelt de hoogte hier ook wel een rol...  Woorden schieten te kort om de pracht en grootsheid te beschrijven. Oeroude bossen, diep uitgesneden valleien, watervallen, een kolkende rivier, en overal een 360 view van 6 en 7 duizenders die majestueus op ons neerstaren. We leven in het hier en nu. Hier is het niet nodig om te dissocieren want geen enkele dagdroom kan de realiteit evenaren. We kijken niet verder vooruit dan de volgende kam of de volgende bocht.

Om dan weer helemaal overrompeld te worden door de pracht van de natuur. Vooral het stuk tussen Machhermo en Gokyo mag er wezen. Een lichtblauw grijze rivier doorklieft met een onverwachte intensiteit het roestbruine landschap, turkooize meren kleuren het rotsige parcours, besneeuwde toppen omringen de vallei.


We bereiken Gokyo kort na de middag. Meme opteert voor een 'bucket' shower, een emmer warm water in een golfplaten hokje. Het sprookje dat je haar na verloop van tijd niet vettiger zou worden, strookt vooralsnog niet met de realiteit. Na een paar keer inzepen, komt er toch weer wat vorm in. Daarna beginnen we nog aan de klim van Gokyo Ri, een Nepalese 'heuvel' van 5360 m in de hoop de zon te zien zakken boven Everest. Halverwege de klim doemen er echter ineens wolken op en we houden het dan maar voor bekeken. We lassen hier een rustdag in, dus nog kansen genoeg.

Op vrijdag wagen we onze tweede kans op Gokyo Ri. Meme heeft een rotnacht achter de rug en de eerste meters zijn echt afzien, we moeten maar liefst 600 meter overbruggen... de sunrise hielden we alvast voor bekeken. De zichten onderweg zijn andermaal adembenemend en halverwege duikt Everest op achter een zwarte rots. We bereiken de top na 2,5u klimmen en genieten van het schitterende panorama. Gokyo voorlopig met stip de mooiste plek van deze tour!


dinsdag 25 oktober 2016

Waarom is dit vakantie?




Voor Mr Black, de opmaak trekt op niks, evenmin als wifi en internet hier, dus het is wat het is ;)

Voor wie zich weinig kan voorstellen bij slapen en eten in de Himalaya, even een korte toelichting die je niet onmiddellijk terugvindt in de kleurrijke brochures die deze trip aanprijzen. Elk dorpje beschikt over een paar lodges met klinkende namen als 'International Hilltop hotel', 'Yeti inn', 'Alpine cottage', Shangrila guesthouse'... Aan inspiratie alvast geen gebrek. Los van de naam, verschillen de lodges verder in weinig of niets. Via een lange gang kom je in houten kamertjes van circa 6 vierkante meter met 2 bedden en in de meer geavanceerde versies ook een kapstok. De kamers kosten 200 rupee, iets minder dan 2 eur dus. Het concept is gekopieerd van Ryanair, voor alle extra's moet je betalen: water, elektriciteit, wifi... enkel het gemeenschappelijke toilet (een put in de grond) is gratis. De prijzen zijn overigens behoorlijk stevig en stijgen samen met de hoogte.

Het eten wordt geserveerd in een centrale ruimte waar tafeltjes in een U opgesteld staan rond de kachel. 's Avonds wordt hier de gedroogde yak-shit samen met afval opgefikt, tot zover de gezonde berglucht... Maar het is er wel aangenaam warm. De menu is overal hetzelfde: rijst, noedels of aardappelen in combinatie met kolen, linzen en ui al dan niet aangevuld met een ei of geraspte yak-kaas. De hoeveelheid groenten is dan weer omgekeerd evenredig met de hoogte.



Verhalen over moeilijke passages en doemscenario's over de hoogte vullen de ruimte. Occasioneel kom je ook de doorwinterde trekker tegen die het hele land al heeft platgelopen en alles al extremer heeft meegemaakt, een absolute don't om mee aan de praat te raken! Meme en pepe leggen meestal een kaartje, waarbij meme elke keer het onderspit moet delven. Rond 8u gaat de laatste platgeklopte yak-drol de kachel in en zoekt iedereen zijn slaapzak op. De temperaturen zijn ondertussen aardig onder 0 gezakt en uitkleden is een helse uitdaging. Douchen gaven we al op vanaf 3000 m. We proberen altijd nog even te lezen tot onze onderkoelde vingers de e-reader niet meer kunnen bedienen. De lodges zijn namelijk ook absoluut niet geisoleerd.



Om 5 uur 's morgens begint het gestommel van de sherpa's, toeristen die met zware bottines het toilet opzoeken, over en weer geloop op de houten planken want 'the groups' vertrekken steevast bij het krieken van de dag. Aangezien wij niet echt het ochtendtype zijn, duwen we onze oordoppen nog wat dieper en snoozen nog even weg maar echt slapen zit er niet meer in...

Dus waarom is dit dan vakantie ?!?

Omwille van de rust, de eindeloze uitgestrektheid van de natuur, de confrontatie met jezelf, het relativeren van zoveel non-issues waar negatieve energie in kruipt. Of voor de tijd die je anders beleeft, trager en intenser. Voor het besef van je eigen nietigheid bij het zien van de immense bergen, onze passage van enkele seconden naast de eeuwige mastodonten. Voor het zoeken naar de balans tussen twee werelden.







zondag 23 oktober 2016

Namche en omgeving in beeld

"Mountains, according to the angle of view, the season, 
the time of the day, the beholder's frame of mind, or any one thing, 
can effectively change their appearance. 
Thus, it is essential to recognize that we can never know more than one side, one small aspect of a mountain."
Haruki Murakami (A wild sheep chase)









zaterdag 22 oktober 2016

Van Lukla naar Namche




Op donderdag 20 oktober gaan we in de voormiddag naar Durbar Square. De plek waar ooit de mooiste tempels pronkten, ligt er nu bij als een grote ruine. Twee jaar na de aardbeving is er amper iets heropgebouwd. Sommige tempels zijn volledig verwoest, van andere zijn gevels of daken losgescheurd en allemaal staan ze er schots en scheef bij. We dolen wat rond en raken uiteindelijk aan de praat met een leraar van een plattelandsschooltje. Hij geeft ons zijn ongezouten visie op de wereldpolitiek, de problemen van Kathmandu als grootstad, zijn plannen en dromen. We vertrekken met een uitnodiging naar zijn dorp op zak en de vraag voor een uurtje computerles.

's Middags spreken we af met Nepalese vrienden van een collega van meme die een reisbureau runnen. We verorberen de lekkerste Nepalese en Tibetaanse hapjes en babbelen honderduit over reizen, overal ter wereld. Ze bieden o.a. tours naar Bhutan aan, maar de prijzen liggen ruim boven budget. Misschien ooit...

Vrijdag vliegen we met een tweemotorig vliegtuigje naar Lukla, een klein stadje aan de voet van de Himalaya. De luchthaven bestaat uit een heel korte landingsstrook die bergop loopt (of bergaf afhankelijk van aankomst of vertrek) en eindigt op een stevige rotswand. De bestemming prijkt niet voor niks in menige top 10 van 'most extreme' of 'dangerous' airports. Meme is er niet gerust in en heeft een hoog pretpark-gehalte vlak voor de hatelijke boomstammetjes "Wat doe ik hier in godsnaam". Maar het valt allemaal best mee en we kijken onze ogen uit als we rakelings over en tussen de bergwanden laveren.

En dan begint eindelijk het echte werk, het begin van de trekking richting het dak van de wereld. We stappen van Lukla tot Monjo, een dorpje op een slordige 2800 meter. De zon brandt, de gekleurde vlaggetjes wapperen, de gebedsmolentjes draaien, de bellen van de voorbijwandelende koeien verbreken af en toe de stilte. We komen helemaal in zen-modus. Het jachtige Europa lijkt ver weg. Kleine kanttekening bij dit idyllische tafereel: we passeren ook kwetterende groepen toeristen, sherpa's met smartphones die jengelende muziek spelen en moeten aanschuiven aan de hangbrug want iedereeen wil een foto zonder toeristen op (hangbrug overigens geen aanrader voor mensen met hoogtevrees...). Dus als je even een steek van jaloezie voelde.... was dit echt helemaal terecht :) We vinden een kei-chille lodge, met nadruk op chill want het vriest er stukken uit de grond dus meme ligt al om 5u in haar marmot slaapzak. Gelukkig kunnen we ons nestelen bij een warme kachel en genieten van de zoveelste Dal Bhat.
Op zaterdag zetten we koers naar Namche Bazar, op 3450 meter. De tocht begint teleurstellend met een afdaling van een 200 tal meter.... die we dus ook terug moeten stijgen. Maar het traject langs een helblauwe rivier en spannende hangbruggen maakt veel goed. Meme klimt wel niet als een vlotte hinde de berg op, al moeten we niet onderdoen voor andere trekkers (die vaak niet hun eigen zak dragen, nah!). Het lopen en zwemmen werpen duidelijk hun vruchten af. Als we halverwege ook nog een eerste glimp van Everest opvangen, kan het niet meer stuk. We bereiken Namche rond de middag en nemen een zalige (lees: de eerste) warme douche. We blijven 2 nachten hier om aan de hoogte te wennen want meme heeft toch wat last van een zeurende lichte koppijn en pepe heeft 's nachts af te rekenen met enge dromen. Morgen staat een dagtochtje in de buurt op de agenda.