zaterdag 30 oktober 2010

Met het openbaar vervoer naar Besi Sahar


Om klokslag 8u arriveren we aan het busstation, klaar voor een rit van een kleine 6 uur... die uiteindelijk 9 uur  zal duren.
Het decor is - lichtjes uitgedrukt - nogal verwarrend. Tientallen bussen, mensen, winkeltjes... Nog voor we goed en wel de taxi uitstappen, komt er al een horde behulpvaardige Nepalezen aangesneld. Ze graaien het ticket uit onze handen en wijzen in alle richtingen. Na wat over-en-weer gebrabbel vinden we eindelijk loket 33 en kunnen we zelfs zonder al te veel problemen onze bus localiseren. Het is een tata-model, weggeplukt uit een modale derde wereld reportage: kleurrijk, langs alle kanten geblutst, schreeuwerige opschriften en compleet volgestouwd. Het verontrust ons enigszins dat ze onder het gevaarte zitten te sleutelen, maar bon... Na een half uur blijkt onze vrees gegrond, want out of the blue wordt beslist dat we met een andere bus gaan. Een andere bus tot daar aan toe, maar het overladen van alle bagage ... Soit, rond 9 uur denderen we Kathmandu uit. Het is te zeggen, doen we een poging tot, want er lijkt maar geen einde te komen aan de stad en het eindeloze getoeter en gelaveer tussen de mensenzee en de motorrijders. En zeggen dat het vandaag een feestdag is ?

We tuffen gestaag richting Besi Sahar en vergeleken met de Indische rijstijl, is onze Nepalese chauffeur te catalogeren als matig voorzichtig. De weg die op de kaart redelijk recht leek, slingert zich in werkelijkheid tussen de heuvels rond Kathmandu. Het uitzicht is prachtig. Glooiende hellingen, groene rijstvelden, kleurrijke huisjes, spelende kinderen. Maar mooie liedjes duren niet lang en een tweetal uur later staan we plots stil. Commotie alom. Veel onverstaanbaar gebrabbel en loeiende sirenes... blijkbaar is iets verderop een ongeval gebeurd. En de wegen zijn niet van die aard om eventjes rechtsomkeer te maken: er is namelijk maar 1 weg. Het is heet in de bus en het lange wachten is niet bevorderlijk voor de kleine blaas van meme. Twee uur later kunnen we eindelijk terug vertrekken. Onze vreugde is echter van korte duur, want de chauffeur heeft zich steevast voorgenomen de verloren tijd in te halen en vliegt als een bezetene de berg op en af. Pepe is er redelijk gerust in, het debacle in India in gedachten, maar meme zit toch met de bagger.
Het landschap schuift voorbij en de eerste pieken van de Himalaya doemen op. Het beeld is prachtig en lijkt een levensechte puzzel : groene voorgrond, prachtige besneeuwde toppen, helblauwe lucht. Duizenden stukjes waar je niet op uitgekeken raakt.
Een kleine 12 kilometer voor de eindbestemming, worden we plots uit de bus gezet. 'Other bus, change bus'. We proppen ons met pak en zak in een overvolle lokale bus, geiten in het wandelpad inclusief. De enige plek voor de rugzak is binnen sproeibereik van de geiten...
Maar eind goed al goed. We komen heelhuids en vooral droog aan in Besi Sahar, kunnen er een kamertje op de kop tikken voor 200 rupees (is 2 eur), eten ons te pletter voor 5 eur, nemen een ijskoude douche (yes yes, hot water, many hot water, two times, ...) en kruipen er subiet es vroeg in om morgen eindelijk op stap te gaan.

vrijdag 29 oktober 2010

Dwalen in Kathmandu




Na een verkwikkende nachtrust is meme helemaal klaar om aan de dag te beginnen. Pepe ligt nog in dromenland, maar tegen half 10 vindt meme het welletjes. Korte pijn om het tijdverschil te overbruggen is de beste remedie. 
We nemen een lekker nepalees ontbijt met vers fruit, een aardappelcurry en een soort gepofte broodjes en trekken dan de stad in. Eerst en vooral willen we een bus reserveren die ons zaterdag richting himalaya moet brengen. De vriendelijke man in het hotel die ons de eerste dag een gids, dragers, geleide tochten en nog meer moois wou aansmeren, is een pak minder hulpvaardig nu blijkt dat we de tocht op eigen houtje willen doen. Dan maar het eerste het beste reisbureau binnengestapt om een ticket te boeken. Pepe vraagt zich af of ons Nepali nu echt zo slecht is, want het meisje kan de eindbestemming maar niet begrijpen en biedt aan om haar baas te bellen. Ze lijkt ook niet zo zeker over het vertrekpunt van de bus.... We weten nochtans uit goede bron dat er bussen rechtstreeks naar Besi Sahar rijden (ze doen ongeveer 6u over de 137 km, dat belooft...). In het volgende reisbureautje hebben we meer geluk.
Nu nog geld afhalen en we zijn er helemaal klaar voor. Al lijkt ook dat niet zo simpel. Vier machines verder en een kaart die ofwel geweigerd wordt, ofwel vreemde foutboodschappen geeft, vragen we uitleg in de bank zelf. Geld afhalen aan het loket is onmogelijk, aan de machines maximum 10 000 rupees, het equivalent van 100 EUR. Enige oplossing is dus de transactie een paar keer na mekaar uitvoeren. We lijken wel 2 gokverslaafden aan een jackpot, maar stappen uiteindelijk met ettelijke duizenden rupees de straat op. Een nogal vreemde gewaarwording tussen de talloze venters, dragers en riksharijders die voor een habbekrats hun curry proberen te verdienen. 
De rest van de dag staat in het teken van sightseeing. We halen onze lonely planet bijbel boven, lezen de uitleg over de vele gompas en tempels die de straten versieren, vergeten deze uitleg uiteraard onmiddellijk, slagen er ook in om na 2 straten de weg te verliezen in het voorgeschreven parcours en laten ons uiteindelijk gewoon meedrijven met de sfeer en de stroom. De straatjes zijn smal maar minder verstikkend dan Delhi. Ook de bedelaars en verkopers zijn minder vasthoudend. Many more en many colours is hier vooral van toepassing op de busladingen vol trekking-nepkledij: the north face, mammut, goretex enz.  De gemiddelde nepalees is dan weer fan van armani en dolce and gabana. Het enige echt hatelijke zijn de honderden motorrijders. Smerige uitlaatgassen verpesten de lucht, de vehicles zoeven toeterend door de straten en wanen zich oppermachtig. Gelukkig is het droogseizoen, want de enige veilige plek op straat is de aflopende zijkant, lees... de riool.
Na een korte aanvaring met een niet-heilige die een rode bol op ons voorhoofd plant en daar per kerende geld voor wil, zoeken we onze toevlucht op een zalig dakterras. Zicht op de witte toppen, een koele everest-pint, de lekkere geuren en mooie kleuren van Azie. Straks zakken we nog even af naar een Thais restaurant. Pepe heeft al vol nostalgie een paar gerechten in gedachten. En dan bed in om te dromen van de Annapurna... nog 1 keertje slapen.
PS de pc in ons guesthouse is zo mogelijk nog ouder dan de prepaid taxi en strubbelt tegen bij het uploaden van de fotos. Pepe krijgt het op zijn heupen en gaat eerst voor de Thai. Fotos volgen dus later .. ooit eens (hopen we).
Ondertussen zijn we een paar uur later (het is hier overigens 3u45 min later dan in Belgie) en we hebben een high tech internet cafe gevonden. De Thai werd een niet-thai, maar de Tibetaanse momos waren ook wel superlekker. 

Brussel - Kathmandu

Na lang aftellen is het eindelijk zover .. vroeg uit de veren om te vertrekken naar Nepal. We geraken zonder al te veel problemen op tijd in Zaventem waar we deze keer voor de verandering eens niet verloren lopen (de stroom volgen heeft af en toe zijn voordelen). De vlucht richting Milaan vertrekt op tijd maar nogal schokkerig. Veel wordt duidelijk wanneer blijkt dat gezagvoerder een vrouw is (allicht de handrem vergeten afzetten of zoiets ...). Gelukkig is de automatische piloot van het sterke geslacht en verloopt de landing uiterst zacht.
De vrees dat de bagage ergens onderweg de spreekwoordelijk boot zal missen blijkt ongegrond, want bij het opstappen richting Doha worden we gerustgesteld dat onze gewrapte zakken meevliegen. De 7 uren wachten in Doha duren laaaaaaaaaaang, vooral omdat we nergens een rustig plaatsje vinden om onze benen te strekken en een tukje te doen (het tapijt in de plaatselijke moskee leek nochtans aan alle voorwaarden te voldoen). Halverwege de nacht kunnen we dan toch aan de laatste etappe beginnen en tegen de ochtend begint het vliegtuig aan de landing in Kathmandu.
Het decor is al prachtig .. we vliegen tussen de bergen, en in de verte lonken de hoge witte toppen van de Himalaya. De prepaid taxi (een auto die in de jaren zeventig nog in Europa heeft gereden) dropt ons met een niet-chauffeur aan een guesthouse waar meme te moe is om nog veel te riposteren. De slechtste kamer nemen we niet, maar de volgende is goed genoeg (geen kakkerlakken was ongeveer het enige criterium). De twee horizontale vlakken om op te liggen kunnen we niet weerstaan en we vallen als een blok in slaap. Tegen de middag staan we versuft op en forceren we ons om de nodige administratie in orde te brengen. We nemen de taxi richting een of andere officiele instantie en na nogal wat knip-, plak- en stempelwerk hebben we eindelijk onze permits voor de trekken.
De rest van de dag dwalen we nog wat rond in Thamel en tegen de avond chillen we nog wat in de tuin van ons guesthouse en eten onze eerste curry. De dag leek eindeloos te duren en meme en pepe kruipen op tijd in bed.

dinsdag 26 oktober 2010

Namaste, the day before

Nog één nachtje slapen en we kunnen eindelijk weer het woordje 'namaste' in de mond nemen. Een nieuw begin na een dag van afscheid en einde. Hoog tijd dus om op vraag van velen de blog nieuw leven in te blazen. Morgen zetten we koers naar het dak van de wereld. We vliegen via Milaan en Doha (voor degenen die geen zin hebben om nu te gaan googelen, Doha is de hoofdstad van Qatar) en komen - hopelijk - op donderdagmorgen aan in Kathmandu, liefst met onze bagage. 

Voorlopig staat de teller van de rugzakken op een kleine 24 kilo (samen uiteraard), maar daar willen we nog een paar kilootjes afpietsen. Pépé ziet vooral winst in de halve apotheek die we meezeulen. Ook mémé haar garderobe zal er aan moeten geloven, want 3 fleecen truien, thermisch ondergoed, een donsjaske en een windstopper zijn misschien zelfs op de Himalaya wat overdreven. Mémé ziet meer heil in een herverdeling van het gewicht (waarbij ze zich deze keer zonder enig probleem vrijwillig laat klasseren bij het zwakke geslacht). 

In Kathmandu plannen we eerst en vooral een paar dagen zen. Wat met een stralende blauwe hemel, veel zon en een slordige 25 graden niet zoveel moeite zal kosten. Een hotel hebben we uiteraard nog niet, want proactief en lange termijn komen niet direct voor in ons vocabularium. "We zien wel" is in deze meer van toepassing. In het weekend nemen we dan een bus richting Besi Sahar, het startpunt voor een trekking in/rond de Anapurna. Op aanraden van kenners, zou dit één van de mooiere trekkings zijn voor een eerste kennismaking met Nepal. We starten in een subtropisch klimaat en lieflijke rijstvelden (wel puffen geblazen met al die fleecen truien!) en klimmen tot op de Thorung La pas op 5400 m. Onderweg lassen we de nodige stops in om vooral te genieten van het uitzicht, de stilte, het imposante ... Los van een kaart en wat tips (en uiteraard een zeer complete medikit) hebben we niets voorbereid. De goede voornemens om de conditie op te krikken met lopen en fietsen, zijn beperkt gebleven tot wat ronddwalen in groot-Mechelen en wat trappenlopen op 't werk om het koffiegehalte op peil te houden :-) 

Met deze blog laten we jullie graag wat meegenieten al hebben we er geen idee van hoeveel internetcafés we onderweg zullen tegenkomen. "We zien wel" of "niet dan hé" :-)