donderdag 10 november 2011

Islas ballestas





Op dinsdag nemen we een reeks lokale bussen om van Nazca naar Paracas te rijden. Onvoorstelbaar hoe de aansluitingen op mekaar zijn afgestemd, zelfs geen tijd tussenin voor een sanitaire stop. Het lijkt allemaal chaotisch maar eens je het systeem doorhebt, is het openbaar vervoer hier toch wel efficiënt georganiseerd.

Woensdag staat er nog een laatste dagje sightseeing op het programma.

We beginnen de dag met een boottochtje naar de Islas Ballestas, wel eens smalend de 'Galapagos of the poor man' genoemd. Meme slaat weer een toeristil achter de kiezen want de zee zou nogal woelig zijn. Tijdens de tocht zien we massa's exotische vogels.
Vooral de pelikanen die erin slagen om met een schijnbaar log lijf vlak boven de zeespiegel te scheren, zijn indrukwekkend. Na een klein half uurtje varen, komen we aan bij de eilanden.

Eigenlijk zijn het de topjes van een massieve bergketen die in de oertijd en na talloze aardverschuivingen in de oceaan is verdwenen.

We varen rond en tussen de eilandjes en bewonderen pinguins, vogels (ideeën genoeg voor de namen van nog een paar vergaderzalen...) en zeeleeuwen.

Als dit de simpele versie van de Galapagos eilanden is, dan zetten we deze eilandengroep alvast op onze todo lijst. Op de eilanden zien we ook een paar mannen aan het werk die met een schop de uitwerpselen van de vogels verzamelen. Blijkbaar gaat het om zeer goede mest waar men in de States een aardige som voor neertelt. In hoeverre de sukkelaars die in de stank staan te scheppen, delen in de winst is zeer de vraag.

In de namiddag doen we nog een uitstap naar het nationaal park van Paracas, een immens uitgestrekt stuk woestijn dat uitloopt in de zee. Het landschap is uitermate dor, nogal logisch voor woestijn natuurlijk. Maar toch is de diversiteit aan kleuren prachtig, zeker aan de 'playa roja', een stuk strand dat door de hoeveelheid ijzer een intens rode kleur heeft gekregen. We ontmoeten een paar Belgen die net aan hun reis van 8 weken beginnen en stellen vast dat het er voor ons op zit. Onvoorstelbaar hoe snel een maand kan voorbijvliegen...



Tijd voor een korte terugblik op de tops en de flops.
Tops
  • met stip op 1 Macchu Pichu, ondanks de hype en de toeristen echt wel een waauw-moment
  • op 2 zetten we de Nazca lijnen, niet alleen omdat ze heel mooi waren, maar vooral omwille van het mythische en onverklaarbare
  • op de 3de plaats komen de Islas Ballestas
  • op de hielen gezeten door het stadje Pisac met zijn mooie ruines en prachtige inca trail
  • en ook nog in de top 5 komen de dorpjes Llanhuar en Fure in de Colca Canyon die door hun authenticiteit en de rust toch een vermelding waard zijn
Maar er was nog veel meer: de mooie musea in Arequipa, al de Incaruines in en rond Cuzco, de prachtige cordillera blanca en uiteraard.... de Pisco Sour

Dit maakt dat de floplijst behoorlijk kort is:
  • het massatoerisme in Puno
  • de overadministratie bij het geven, controleren en dubbelchecken van ticketten allerhande
  • de wansmakelijke lokale frisdrank 'Inca kola' die smaakt naar vloeibare bubble gum

En dan is het nu tijd om te beginnen nadenken over onze volgende reis... Alle tips zijn welkom :-)

woensdag 9 november 2011

Vliegen boven de Nazca lijnen



  

Op zondagavond nemen we nachtbus van Arequipa naar Nazca. We zakken onderuit en kunnen na de obligate Spaans gedubde geweldfilm toch een paar uurtjes slaap meepikken. Bij zonsopgang rijden we Nazca binnen. We worden opgepikt aan de busterminal en rijden rechtstreeks door naar de luchthaven.
Zoek de aap ...
Op aanraden van de groot-pepe staat namelijk een vlucht boven de beroemde Nazcalijnen op het programma. Meme wordt op de luchthaven met de onaangename realiteit geconfronteerd dat zij alweer is bijgekomen en pepe is afgevallen. In volle publiek op de weegschaal gaan staan, is immers verplicht om de zitplaatsen in de kleine vliegtuigjes te kunnen toewijzen. Kwestie van in balans te blijven... Meme is in ieder geval uit haar evenwicht gebracht. We slikken snel een toeristil door want de vluchten zijn naar het schijnt nogal heftig. Voor we het goed en wel beseffen, zitten ze mooi uitgebalanceerd in het zeskoppig vliegtuigje. Meme vindt het maar niks dat ze zelf de deur moet dichtdoen, maar bon, er is geen weg meer terug.


Het is een heldere dag en het kleine toestel komt sputterend in beweging. We krijgen een koptelefoon op waarmee we de conversatie tussen piloot en controlekamer kunnen volgen. We taxien nog heel even en hangen even later boven de donkere steenwoestijn van Nazca. De lijnen vormen allerlei geometrische figuren en dieren. Het is nog steeds een raadsel waarom de bewoners ze destijds gemaakt hebben, want zelf konden ze het resultaat niet zien. Er doen verhalen de ronde dat ze misschien hete luchtballons hadden, maar daar zijn geen bewijzen van gevonden. Allicht maakten de figuren deel uit van een of ander ritueel.
De figuren werden gemaakt door de woestijnstenen weg te vegen met een stuk hout waardoor de ondergrond een lichtere kleur kreeg. Hoogstwaarschijnlijk maakten ze de tekening eerst in het klein en gebruikten ze dan lange koorden (en driehoeksmeetkunde...) om het grotere evenbeeld te maken. Sommige figuren zijn meer dan 100 m lang. De vlucht is heel indrukwekkend. Het vliegtuigje volgt een parcours en keert telkens terug om zowel de mensen links als rechts in het vliegtuig een blik te laten werpen. De toeristil was geen overbodige luxe... De figuren zijn schitterend. We zien de astronaut, de aap met gekrulde staart, de spin, de kolibri, de handen en nog veel meer. Zelfs pepe neemt voor de verandering wat foto's... Na een dik half uur staan we terug met beide voeten op de grond, alweer een heel mooie ervaring rijker.

Na de middag bezoeken we nog Chauchilla, een soort necropolis (lees: kerkhof) van bewoners uit het pre-inca tijdperk. Het kerkhof bevindt zich in de woestijn en omvat meer dan 1000 graftomben. Vroeger konden toeristen gewoon tussen de mummies ronddwalen, maar omdat de keramieken vazen en andere hebbedingen in sneltempo hun weg naar het buitenland vonden, is een bezoek nu iets gereglementeerder.
Er zijn nog een twaalftal graftombes open waar de mummies je in foetushouding aanstaren. Ze zijn door het droge woestijnklimaat uitzonderlijk goed bewaard. Vooral het haar is angstaanjagend. Ze knipten hun haar nooit en het hangt in dikke rastastrengen nog op de schedel geplakt. Tussen de tombes door zie je nog overal botten en stukken kleding in de woestijn liggen, heel hallucinant.
Na het kerkhof dwalen we nog wat rond in restanten van aquaducten en we sluiten de dag af met...een pisco sour!

maandag 7 november 2011

Colca canyon trek .. rotsen, zon en cactussen





 


Woensdag moeten we al om 3u (´s morgens !!) klaar staan om opgepikt te worden met een busje richting Colca canyon. Het is een van de diepste canyons ter wereld en we willen er een paar dagen in gaan rondtrekken. Het is een lange rit van in totaal ongeveer 6 uur. Slapen zit er niet echt meer in en omdat we over een pas van 5000m rijden, wordt het nog bar koud in de bus. Pepe moet ook constant naar lucht happen. Tegen 7u komen we aan in Chivay waar we ontbijten, om vervolgens nog 2u over een zandweg te hobbelen richting Cabanaconde, het beginpunt van de trek. Onderweg stoppen we nog aan het Cruz del Condor, een plaats aan de rand van de Canyon waar tientallen condors nesten. ´s morgens en ´s avonds maken ze gebruik van de thermiek om vlak boven de hoofden van honderden toeristen schitterende zweefvluchten te maken. De arme beesten raken blijkbaar niet gewend aan de massa volk want op een bepaald moment raakten 2 vogels betrokken in een bizarre aanvlieging. Het leverde wel prachtige foto´s op.

Een half uur later staan we in Cabanaconde. We gaan ons wat informeren over de mogelijke trektochten en kiezen een traject van 4dagen/3nachten. Er vertrekken dagelijks werkelijk tientallen groepen voor meerdaagse trektochten maar na onze ervaring in Puno, hebben we tour- en groepsactiviteiten definitief afgezworen. Bovendien zou het pad redelijk eenvoudig te volgen zijn, iets waar wij wel nood aan hebben. We doen de laaste shopping (vooral water...) en vertrekken op pad. Het grootste deel van onze bagage kunnen we achterlaten in de lodge waar we later zullen terugkeren.


De eerste dag is uitsluitend afdalen in de gigantische kloof. Het hoogteverschil dat we moeten overbruggen is maar liefst 1200m. Nu zijn we wel een en ander gewend, maar deze omstandigheden zijn toch redelijk extreem. De zon die loodrecht aan de hemel staat, brandt los door je kleren en er is amper iets van beschutting te vinden. Een uit de kluiten gewassen cactus is zowat het enige dat een strook schaduw kan bieden. Het zand van het pad kruipt in alle mogelijk lichaamsopeningen en de hoogte in combinatie met de warme lucht maken ademen nog extra moeilijk. Na bijna 5 uur dalen komen we eindelijk beneden aan de rivier Colca.

Vlak aan de rivier ligt een geiser .. het is niet eentje die echt water spuit, maar overal zie je damp en waterpoelen pruttelen. De stank kan je jammer genoeg niet op foto meegeven. Het dorpje waar we naartoe willen, ligt echter nog een uur verder. Er lijkt maar geen eind te komen aan het stof, de hitte, de cactussen ...

We slepen ons nog wat verder en komen eindelijk aan in LLahuar, een onbenullig plaatsje met een paar huisjes en een kleine lodge. De cabin die we krijgen is super basic, maar wel gezellig. Maar het is vooral de pool met water van 36graden die de zware tocht al snel doet vergeten. Bovendien maakt de vriendelijke eigenaar nog een lekkere maaltijd voor ons klaar, verse forel die hij ´s middags heeft opgevist uit de rivier. We kruipen er vroeg in want we beseffen dat we morgen weer een zware dag tegemoet gaan ...

Donderdag vertrekken we vroeg, want we willen nog voor de grootste hitte al een flink eind op pad zijn. Rond 7u beginnen we aan een steile klim richting Fure, een dorpje aan het uiteinde van een van de vele kloven in de canyon. Wat verderop zou er ook een waterval te zien zijn, maar dat is nog eens extra 3uur stappen. We zien wel of dat nog lukt ... Maar ondanks een andermaal heel lastige tocht komen we al iets na de middag aan in Fure. We worden er door een half dorp opgewacht en een vriendelijk meisje loodst ons naar de enige lodge in het dorp.
Wat op Lake Titicaca zo fake was, is hier realiteit ..  het dorp is alleen te voet te bereiken en ligt op minstens 6u lopen van de eerste weg. Je lijstje kan maar beter compleet zijn wanneer je boodschappen gaat doen. We eten wat proviand en besluiten eerst een siesta te doen in onze riante hut. Na een deugdoend tukje besluiten we om toch maar de tocht naar de waterval aan te vatten. Het pad is op zich niet zo moeilijk maar we hebben al 5u gestapt en worden stilaan moe. Na elke bocht hopen we eindelijk de waterval te kunnen zien, maar pas na 1,5u zien we ze in de verte. Het duurt nog bijna een half uur voor we er zijn .. ongelooflijk hoe je alle zin voor dimensies verliest in de bergen. We keren snel terug om voor donker in het dorp te zijn. Geen hot-pool deze keer, maar we genieten ´s avonds nog van een lekkere spaghetti en een prachtige sterrenhemel.

Vrijdag zijn we alweer vroeg uit de veren voor de tocht naar Sangalle, een oase (letterlijk) in dit onvoorstelbaar harde en dorre stuk land. Het grootste klimwerk deden we gisteren al, maar het blijft een lastige tocht. Onderweg zien we wat kolibri´s en andere vogels maar veel leven valt er verder niet te bespeuren. Je moet goed gek zijn ... We lopen langs een kam van de canyon en zien na een paar uur eindelijk de groene vlek beneden aan de rivier. Het is een hallucinant beeld om na al die dagen van bijna  uitsluitend zand en cactussen terecht te komen tussen exotische bloemen en palmbomen. Het jammere is wel dat dit de plaats is waar alle groepen terecht komen, en het plaatsje eigenlijk een lang uitgestrekte lodge is. Gelukkig zijn wij voor de groepen aangekomen en hebben we het zwembad voor ons alleen. De spaghetti (alweer) is ook niet zo lekker als die van gisteren maar gaat toch vlot binnen.

Zaterdag staan we extra vroeg op (5u ´s morgens) om ook deze keer voor de grootste hitte te kunnen beginnen aan de zware klim uit de canyon, terug naar het beginpunt. Het blijkt een goede beslissing want we kunnen het grootste deel van de klim in de schaduw (schaduw ?) doen. We doen er een kleine 4uur over om puffend boven te komen. We nemen nog een tweede ontbijt in onze lodge en maken er nog een chille dag van. Bijna was het minder chill dan gedacht. We hadden de bus genomen naar Cruz del condor om nog eens de condors te kunnen zien, maar nu zonder de honderden toeristen, maar we hadden niet echt gecheckt of er nog een bus terug was ... Net toen we de moed hadden opgegeven, en we te voet begonnen aan de terugtocht (van meer dan 8km !) kwam in de verte de bus om de hoek gedraaid. Uiteraard bestaat er geen betere reden om dit een uur later te vieren met .. een pisco sour :-)






Arequipa, stad van de eeuwige zon





Op dinsdag vluchten we weg uit Puno en nemen de eerste de beste bus naar Arequipa. De bus vertrekt in ieder geval als eerste. 'Best' is relatief natuurlijk... De oude man voor ons heeft blijkbaar een accuut probleem aan zijn blaas. De deur naar het enige toilet aan boord zit potdicht en de man zoekt dus noodgedwongen zijn heil in een afgesneden plastieken flesje. De inhoud kiepert hij op geregelde tijdstippen door het raam waardoor we telkens een geel-oranje substantie in vernevelde druppels langs het venster zien passeren. De penetrante ammoniakgeur die met vlagen onze richting uitkomt, doet ons vermoeden dat de overgang naar het recipient niet zo vlot verloopt. Tot overmaat van ramp blijkt ook de bus zelf te kampen met lekkageproblemen. Als de verbrande stank aanhoudt, stoppen we toch maar in de middle of nowhere. Gelukkig kan het euvel verholpen worden met een elastiek en wat plakband. Al speelt het wel in het voordeel van de chauffeur dat we van 5000m tot ongeveer 2500m dalen, dus hij laat de bus gewoon de hellingen naar beneden denderen. We krijgen zowaar al heimwee naar het Titicacameer...

Arequipa is een schitterende stad omringd door verschillende vulkanen. De stad wordt ook wel eens 'white city' genoemd, naar de witte stenen waarin de meeste gebouwen zijn opgetrokken. Al weet een gids ons te vertellen dat het volgens haar meer te maken heeft met de hordes toeristen met hun witte huid. We bezoeken de kathedraal en genieten van een heel mooi uitzicht op 'Misti', een van de vulkanen die met haar 5800m hoog boven de stad uittorent.


Vandaag plannen we een dagje musea. We bezoeken eerst het museum waar het ijsprinsesje Juanita ligt. De Inca's selecteerden de mooiste en meest intelligente kinderen om in geval van een natuurramp te offeren aan de goden. Op die manier probeerden ze de goden gunstig te stemmen. De kinderen werden afgezonderd van hun ouders en als elitekinderen opgevoed. Voor de familie was het een grote eer als je kind 'uitverkoren' werd. Juanita werd gevonden op de top van de Ampato vulkaan. Door een uitbarsting van een naburige vulkaan smolt haar ijsgraf weg en rolde haar lichaam van het topje een beetje naar beneden waar ze door een expeditie werd gevonden. Op dezelfde top werden nog meerdere kinderen gevonden,  sommige maar 5 jaar oud. De kinderen werden in een soort processie tot 6000 m hoogte gebracht. Ze moeten volledig uitgeput geweest zijn van de hoogte en de inspanning. Hun uitrusting bestond ook niet uit goretex jassen en stevige stapschoenen... Op de top vonden een aantal rituelen plaats waarna de kinderen gedood werden door een slag op hun schedel. Hun lichaam werd gehuld in de mooiste gewaden en samen met gouden beeldjes, keramiek potten, eten enz begraven. Het lichaam van Juanita was nog volledig intact en in haar maag werden cocablaren en mais gevonden. De voorwerpen uit de graven geven een mooi inzicht in de cultuur van de Inca's. De voorwerpen uit hun tempels zijn immers door de spanjaarden grotendeels vernield of gesmolten om andere zaken mee te maken. Het museum is heel indrukwekkend. Na een korte film word je door een gids door verschillende ruimtes begeleid waar de voorwerpen uitgestald staan. In de laatste zaal ligt Juanita in foetushouding in een soort ijzige couveuse. Juanita was 12 toen ze stierf, maar kreeg toch ergens het beetje onsterfelijkheid waarin ze geloofde.


In de namiddag bezoeken we een nonnenklooster. Het gebouw is een eigen stad met straatjes en huisjes. Families stuurden hier destijds hun dochters naartoe als ze de bruidschat niet konden betalen. Rijke meisjes werden immers niet verondersteld om te werken. Om een rijke dochter uit te huwelijken, moest de familie dus een aardige som ophoesten zodat dochterlief als decoratie kon behandeld worden. De inkomprijs van het klooster bedroeg ongeveer een tiende, maar het was wel een one-way trip. De meisjes kwamen binnen tussen hun 3 en 12 jaar en verlieten het klooster tientallen jaren later in een doodskist....

De nieuwelingen zaten opgesloten in een kamer en mochten 2x per dag naar buiten: om te bidden en naar de klas (ook om te bidden). Hun gezicht moest bedekt blijven en ze mochten hun familie enkel nog spreken achter een dik houten hek. Na hun opleiding verhuisden de zustertjes naar een van de huisjes waar ze zich bezighielden met kleren borduren voor priesters en bisschoppen, en met bidden uiteraard. Sommige hadden het niet zo slecht. Als ze rijk genoeg waren, hadden ze soms 4 slaven die hen dienden, de huisjes waren mooi gedecoreerd en ze sipten thee uit chique europese serviezen. Na de aardbeving van de jaren 50 gingen de zusters akkoord om een deel van het klooster open te stellen voor het publiek en zelf trokken ze zich terug in een moderner complex. De regels zijn ook iets soepeler geworden. Zo mogen ze zich nu toch al meer dan 7 keer per jaar wassen...

Maar de sfeer in het klooster is magnifiek. We nemen onze persoonlijke gids (geen groepen meer!) en dwalen door de straatjes, de huisjes, de keukens, het hospitaal en de wasruimtes. Het lijkt alsof je ineens een paar eeuwen terug gaat in de tijd

We sluiten de dag af met een hapje en een drankje en kruipen er vroeg in, want morgen vertrekken we om 3 uur 's nachts richting Colca Canyon voor een trek van een viertal dagen.


maandag 31 oktober 2011

Titicaca - sterke poema




Op zaterdag nemen we de bus vanuit Cusco naar Puno. Onderweg stoppen we aan verschillende bezienswaardigheden (lees meer stenen ...). De reisbegeleider komt om het half uur informeren of we wel "happy" zijn met de temperatuur in de bus, tot pepe het stilaan op zijn zenuwen krijgt. We zijn bij aankomst in Puno alleszins niet happy met de temperatuur buiten de bus. Het is er steenkoud en het regent pijpenstelen.

Puno ligt op 3800m hoogte aan het Titicaca meer, het hoogste bevaarbare meer ter wereld. Het meer is ongeveer 160km lang en 60km breed, een kleine 8500m2. We willen hier een paar eilanden bezoeken en eventueel blijven slapen bij een lokale familie. Het blijkt echter bijna onmogelijk om op eigen houtje op een van de eilanden te geraken. Overal worden we doorverwezen naar een van de tientallen tour-operators in de stad. We voelen stilaan nattigheid (letterlijk) en laten al gauw het idee van te overnachten in "authentieke omstandigheden" varen. Noodgedwongen schrijven we ons in op een "dag-tour".

We worden met enige vertraging opgepikt en gedropt in de haven. Onze vrees van een overrompeling blijkt gegrond als we de tientallen bootjes volgepropt met toeristen zien vertrekken. We schikken ons voorlopig in de rol van groepslid en varen gedwee richting de Uros eilanden. De Uros wonen al sinds eeuwen op een soort drijvende eilanden die volledig gebouwd zijn van riet. We meren aan op een van de 60 eilanden (de 59 andere waren ondertussen volzet) en worden er spontaan verwelkomd door de "authentiek" uitgedoste bewoners (al gaat de roddel dat deze ´s avonds gewoon naar het vasteland gaan slapen). Op zich was de uitleg over deze manier van leven best wel interessant. Een eiland is ongeveer 80m2 en het duurt bijna een jaar om het te bouwen. Bovendien moet om de paar weken een nieuwe laag riet worden aangebracht om de rottende lagen te vervangen, We krijgen zelfs een stuk riet om op te knabbelen.
De groep krijgt een tochtje aangeboden in een rieten boot. Wanneer iedereen is opgestapt verkondigt de gids doodleuk dat deze tocht niet is inbegrepen in de prijs. Meme is als altijd bij de pinken en veert prompt op om de boot te verlaten (we hadden toch al een foto, nah) met driekwart van "de groep" in haar kielzog. Een kwartier later pikken we de rest terug op in onze motorboot en zetten we koers naar Taquile, een echt eiland op 2,5u varen.

Tegen de middag hebben we samen met de 59 andere boten het eiland bereikt, en worden we in kolonne bergop naar het centrale plein geloodst. Een bezoek aan het eiland zelf zit er niet echt in want de enige activiteit bestaat in een verplichte lunch (die uiteraard ook niet is inbegrepen in de prijs). Ontsnappen zit er niet in want de vertrekplaats en het tijdstip is een goedbewaard geheim. We volgen dan maar schaapachtig maar het eten op zich is wel lekker. We verbroederen met een paar Belgen en Fransen en moeten voor de zoveelste keer de politieke toestand in Belgie toelichten. De fransen waren van plan om hier in "authentieke omstandigheden" de nacht door te brengen maar houden het logischerwijs al snel voor bekeken. Het Bokrijk-gehalte van dit bezoek ligt voor hen zelfs te hoog. De terugweg naar de boot loodst ons uiterst toevallig langs talloze kraampjes met lokale prullaria. Na 3 uur varen komen we andermaal in de gietende regen toe in Puno. We verdrinken ons in een lekkere Pisco Sour en boeken snel een bus naar Arequipa ...


zaterdag 29 oktober 2011

Terug naar Cusco




We nemen de trein terug van Aguas Calientes naar Ollantaytambo (kijk zeker eens naar de vorige posts voor de verslagen naar/van Machu Picchu!). Deze keer kunnen we wel genieten van de prachtige treinrit die we de vorige keer in het donker hebben gedaan. Wanneer we uit de trein stappen worden we overvallen door een handvol taxi-chauffeurs die mekaar bijna lynchen om ons te "mogen" vervoeren.We spelen het spel van vraag en aanbod gretig mee en nemen uiteindelijk een taxi die ons voor bijna geen geld wil terug brengen naar Cusco.

Onderweg liggen nog een paar leuke bezienswaardigheden. Eerst maken we een tussenstop aan Salinas, een bergkloof waar al duizend jaar op een natuurlijke manier aan zoutwinning wordt gedaan. Een bron met extreem zout water bevloeit honderden kleine beddingen waar het water onder een zinderende zon verdampt. Het overgebleven zout wordt door een paar sukkelaars in grote zakken geschept.

We tuffen over stoffige weggetjes door naar Moray, onderweg genietend van het schitterend uitzicht op besneeuwde toppen in de verte. In Moray dalen we af in de vreemde terrassen die volledig opgaan in de natuurlijke vorm van het landschap. Tot op heden is nog altijd niet geweten waar deze constructie toe diende. Blijkbaar heeft door de extreme beschutting elk niveau zowat zijn eigen microklimaat zodat sommigen denken dat het misschien wel een soort laboratorium is waar de Inca´s experimenteerden met verschillende gewassen.

In de late namiddag komen we aan in Cusco en keren we terug naar het hostel waar we voor ons vertrek al logeerden. We krijgen opnieuw in dezelfde kamer en het voelt zowaar een heel klein beetje als thuiskomen ?

En na de verplichte administratie (blog, foto´s, email, ...) is het nu hoogtijd voor een knabbel !


Wereldwonder nr 2: Machu Picchu

Meme en pepe op Machu Picchu

Na onze slechte ervaring in Pokhara (Nepal, waar we de topjes van de Himalaya misten doordat we te lang in onze tram bleven liggen), beslissen we om nu es echt vroeg op te staan. We zetten de wekker om 5 uur, zodat we met de eerste bus van 5u30 mee naar boven kunnen. Pepe is echter al om 4u uit de veren... en meme dus ook :-/ Het regent niet meer, maar een dichte mist hangt in het dorpje.

We veroveren een plekje op 1 van de eerste bussen en snellen de berg op om een langverwachte glimps op te vangen van ons 2de wereldwonder (na de Taj 2 jaar geleden). Maar het wordt minder dan een glimps... de hele site zit verborgen onder een dik pak wolken en mist.

We blijven een uurtje op een rots zitten, maar eerst zonder resultaat. Meme kluift al haar nagels af van de spanning. Heel stilletjes trekt de mist dan toch op en hier en daar doemen huisjes op tussen de wolken. Het geheel heeft iets heel mystiek en sprookjesachtig. Alsof de stad haar schoonheid en geheimen niet zomaar wil prijsgeven.

We maken dan maar eerst een kort wandelingetje naar een authentieke Incabrug die tegen een steile rots gebouwd is. We zijn helemaal alleen op het pad en genieten van de vochtige ochtend en de geur van jungle. Tot onze grote vreugde komt er af en toe al een waterzonnetje piepen.

Eindelijk krijgen we de site in al haar grandeur te zien. De huisjes doemen op tussen de wolken en we vangen een stukje van de zonnetempel op. We ´shotgunnen´een rots en laten heel de stad stilletjes op ons af komen. Enkel Wayna Pichu (de bekende piek op de achtergrond) blijft nog even in een dichte mist gehuld, maar niet voor lang meer. We nemen een paar (tientallen) van de traditionele postkaartfoto´s en reppen ons dan naar de overkant om Wayna Pichu te beklimmen.

Slechts 400 mensen mogen per dag Wayna beklimmen: 200 om 7u en 200 om 10u. Wij hebben een ticketje kunnen bemachtigen voor 10u en beginnen aan de super steile klim van 360m (om een idee te geven: dit is ongeveer 4x na mekaar de Romboutstoren van Mechelen opklimmen en niet op zeeniveau...). Trappen, trappen en nog eens trappen, er lijkt geen eind aan te komen en voor meme is de fun er al snel af. Pepe huppelt naar boven als een duracell-berggeit en staat dan telkens ´geduldig´ in de bocht te wachten. Alsof de top van plan is om te gaan lopen...

Na een uurtje bereiken we de top van 2720m. Onder ons ligt Machu Picchu, links en rechts gapen diepe kloven. Het blijft een raadsel waarom de Inca´s net deze plek uitkozen om een stad te bouwen.


Kort na de middag staan we terug beneden en beginnen we eindelijk aan onze verkenning van de stad zelf. Ondertussen hebben ettelijke horden toeristen de smalle straatjes ingepalmd en we sluiten naar goede gewoonte aan bij een paar groepen. Ook in de stad zijn trappen een vaste waarde. We dwalen door het labyrinth van huisjes, tempels en terrassen.


Tegen 3u loopt de stad leeg en wij blijven nog eventjes nagenieten boven op een rots. Meme wil absoluut nog een paar foto´s met de zon aan de andere kant, maar pepe vindt dat we ondertussen al genoeg giga´s verspild hebben. Na de zoveelste pose besluiten we nog eens door de ruines te lopen die ondertussen zo goed als leeg zijn.

Pepe wil per se ook nog eens terug naar een grote plant waar we eerder al een kolibri hadden gespot die om de paar minuten in een van de vele bloemen nectar kwam zuigen. Het is echt een prachtig zicht om het piepkleine vogeltje in actie te zien. Na veel geduld lukt het ons eindelijk om het beestje deftig op de foto te krijgen.

Het is ondertussen al latere namiddag en we moeten nog te voet terug naar Aguas (400 meter trappen naar beneden!!). We vinden de bustickets redelijk duur en spenderen die soles liever aan een lekker frisse Pisco Sour. Het padje terug naar beneden valt - na een hele dag trappenwerk dat onze benen er al hebben opzitten - wel flink tegen. Meme beklaagt zich onderweg meermaals de keuze voor de pisco, maar daar valt niks meer van te merken na de eerste teug ...