maandag 14 oktober 2013

Ushuaia - Fin del mundo



Op vrijdag 11 oktober nemen we een binnenlandse vlucht van Buenos Aires naar Ushuaia (spreek uit Oeswaja), de meest zuidelijke stad ter wereld op een spreekwoordelijke boogscheut van de zuidpool. Hier noemen ze het "Fin del mundo". De vlucht op zich is al behoorlijk spannend. We scheren langs de bergtoppen en vlak voor de landing schudt een felle zijwind het vliegtuig naar alle kanten. De zoektocht naar een lodge is niet zo simpel. Onze eerste keus is volzet en de prijzen zijn verdriedubbeld sinds de druk van onze lonely planet. We vinden een kleine hostel aan de rand van de stad en trekken dan al onze laagjes aan om de felle wind te trotseren.

Zaterdag doen we een boottochtje op het Beagle kanaal dat de Atlantische oceaan en de Pacific met elkaar verbindt. Het kanaal vormt ook de grens tss Argentinië en Chili. Het tochtje is echt schitterend. We varen langs zeeleeuwen, pinguïn-achtige vogels en een pittoreske vuurtoren.
We wanen ons echt op de zuidpool met de besneeuwde bergtoppen van ushuaia op de achtergrond en de koude wind die onafgebroken waait. We meren aan op een klein eilandje waar we overblijfselen zien van de oorspronkelijke bevolking, de Yamana. Ze leefden hier tot de kolonisten kwamen in primitieve omstandigheden (zonder kleren !?) van de zee en het weinige dat het land te bieden had. Jammer genoeg stierven ze bijna allemaal uit door .. de griep. Op het einde krijgen we nog een glaasje van het lokale bier: de Beagle.

In de namiddag delen we een taxi met een Koreaans en Boliviaans meisje die we ontmoetten op de boot en trekken de bergen in richting de martial gletsjer. Gierig als we zijn laten we de skiliftjes links liggen (rechts in dit geval) en klimmen we de berg op, klefferend door een pak sneeuw. Het uitzicht op de baai van ushuaia is adembenemend. Jammer genoeg is het padje naar de martial gletsjer nog afgesloten door een dikke laag sneeuw. Het Koreaans meisje versiert een lift terug naar de stad met de bediener van de stoeltjeslift. We wurmen ons in een veel te klein autootje dat bovendien weigert om te starten. De chauffeur laat de auto dan maar gewoon naar beneden bollen en probeert om de minuut de motor te starten. Meme is er niet gerust in. We zijn bijna beneden als het ding dan toch in gang sputtert.

Op zondag trekken we naar het nationaal park van Tierra del Fuego, oftewel Vuurland. Het werd door de kolonisten zo genoemd omwille van de vele vuurtjes van de lokale bevolking. De meeste wandelingen zijn nog gesloten omdat de lente nog maar net begonnen is, maar het is toch de moeite. Het landschap is woest, het waait bijna constant en het regent lichtjes. Maar de app van Pepe voorspelt zon vanaf 2 uur! We zien keiveel vogels - kennen er jammer genoeg niks van- en ook een vosje passeert ons pad. Rond 2u trekt de hemel effectief open en we kuieren nog wat verder langs meertjes en kronkelende paden.

Zo komen we ook langs een actieve beverkolonie. Bevers zijn een echte plaag hier. De kolonisten brachten in de jaren 30-40 een paar tientallen mee om hier een bont industrie te starten. Ondertussen zouden er naar schatting 250.000 exemplaren rondlopen. We zien de ravage die ze hier aanrichten. Een bever-familie kan honderden bomen omver knabbelen en door het aanleggen van hun dammen overstromen hele gebieden en sterven de lokale bomen en planten af.


We sluiten de dag af in een gezellig visrestaurantje.

Geen opmerkingen: