
Op 16 oktober rijden we - in een grote bocht rond Swaziland - van Kruger naar het zuiden. We passeren vooral plantages van dennenbomen en het giet pijpenstelen, dus het lijkt hier meer op de ardennen dan op Afrika. De temperatuur is maar liefst met 30 graden gedaald, van 44 naar 14 graden, dus een dag om snel te vergeten.

Tegen de latere namiddag komen we aan in het Huhluwé-Imfolozi national park. We boeken een kleine rondavel (ronde hut met een paar bedden in) en genieten nog van een avondrit door het park dat vooral bekend staat voor het beschermen en kweken van 'white rhino'. White heeft in dit geval niks te maken met de kleur maar wel met de vorm van de mond, 'wijd' of 'wide', ergens in de loop van de geschiedenis verward met wit.

Op 17 oktober zetten we onze zoektocht naar de leeuw verder, maar zonder succes. Het park kreunt onder de hitte, alle drinkplaatsen staan kurkdroog en de katten laten zich niet zien. We spotten wel grote kuddes buffels en prachtige vogels, dus we laten het niet echt aan ons hart komen.

's Avonds rijden we door naar Saint Lucia, een stadje aan de Indische Oceaan. We zetten ons tentje op op een soort van overheidscamping. Er is nog bijzonder veel plaats en al snel wordt duidelijk waarom. De camping is wel heel erg basic. Los van gras is er eigenlijk niks, geen water, geen keukentje, kapotte braais... enkel apen.


Maar de omgeving mag er wel wezen. Het dorp ligt midden een unesco werelderfgoed gebied en het krioelt er van de exotische vogels, prachtige vegetatie, nijlpaarden en krokodillen. We kunnen zelfs plonsen in de indische oceaan, al is mémé er niet helemaal gerust in want het stikt hier ook van de haaien.

We vinden de camping welletjes en zoeken last minute een lodge in het dorp. Op maandag moeten we om 5u uit de veren - djeez, vakantie kan vermoeiend zijn - om walvissen te spotten. De trip is er qua comfort wel op vooruit gegaan. De bootjes vertrekken tegenwoordig vanuit een haven in plaats van op het strand, maar het klieven door de branding is nog altijd even hobbelig. Lang leve de toeristil. Het duurt anderhalf uur voor we de eerste walvissen te zien krijgen en ze zitten ook redelijk ver. Mémé schiet een filmpje vol splashend water, maar we hebben ze wel degelijk zien springen, duiken en met hun staart zien zwaaien. Al zaten de walvissen in Argentinië toch een pak dichter, we raken verwend...

We sluiten de dag af met een boottrip op het meer tussen de krokodillen en de nijlpaarden en krijgen zowaar ook een haai te zien ?!? Het beest is in de 'estuary' gesukkeld en zal hoogstwaarschijnlijk door een krok verorberd worden, maar de vin deed ons toch wel kippenvel krijgen. Bij deze zitten we aan 6 van de big 7 (big 5 + haai en walvis).

De nijlpaarden liggen in groepjes in het water en laten zich in vol ornaat fotograferen. En als kers op de taart krijgen we er een schitterende zonsondergang bovenop. Morgen rijden we verder naar Drakensbergen.
3 opmerkingen:
Wel bijna de big 7 maar de big 5 komt er niet door? Hopelijk zie je nog een leeuw! Prachtige foto's en ziet er leuk uit. Spijtig van het weer maar je kan niet klagen he ;)
Emma x
Alleen de zonsondergang al ... Prachtige plaatjes !
Groetjes, Zus en zo
Wat ziet het er prachtig uit! Ik wil terug. En het is duidelijk dat het klopt wat iedereen zegt: in Kruger moet je gewoon super vroeg uit de veren en dan zie je de mooiste taferelen. Wij daarentegen...
Soit.
De nijlpaarden in St. Lucia laten zich in dit seizoen blijkbaar iets beter zien dan in de winter. Toen hebben we alleen maar ruggen gezien, massa's ruggen...
Een reactie posten