woensdag 31 oktober 2012

Gili air: snorkelen, chillen en ... duiken!!!




Op zondag komen we aan op Gili Air, een van de drie paradijselijke eilandjes net voor de kust van Lombok. Het eiland lijkt zo weggelopen uit een reisbrochure: palmbomen, witte stranden, turkoise zee en bungalowtjes die uitkijken over het strand. Bovendien zijn de eilandjes verkeersvrij, het enige vervoersmiddel is paard en kar.
De eerste dag boeken we een snorkeltrip met een bootje. We worden op 4 verschillende locaties in zee gedropt om te genieten van de vele vissen en koralen. Meme krijgt ook een eerste glimp van een zeeschildpad te zien die echter snel verdwijnt in de diepte.

Het eiland is heet en plakkerig. Tussen 12u en 16u is het echt onmogelijk om iets anders te doen dan wachten tot het afkoelt. Maar de zonsondergang met een lekkere mojito mag er wel wezen.



Op dag 2 zet meme dan toch de stap om te duiken. De beledigingen "zielig" en "woesie" gaven de doorslag. Meme kiest voor "dreamdivers" (klinkt alvast vertrouwd in de oren, nietwaar flor...), een Duitse organisatie. Het programma start met een opleiding in het zwembad. De eerste oefening, mondstuk uithalen onder water, loopt al direct verkeerd af. Amper 1 minuut later staat meme alweer rechtop in het zwembad. Maar de Duitse instructrice Tati houdt vol en een uur later peddelt meme toch over de grond van het zwembad. Zelfs buyoancy (op en neer gaan door in en uit te ademen) lijkt te lukken.
In de namiddag varen we met de boot naar frogfish point voor de eigenlijke duik. Als meme hoort dat ze acheruit van de boot in het water moet vallen, lijkt de balans toch even door te slaan naar "toch maar niet". Veel tijd om te stressen is er niet, want Tati sleurt meme mee de zee in. Point of no return. De eerste meters slaat de paniek even toe: masker vol water, druk op oren, maar even later ebt de paniek weg en kan het genieten beginnen. We gaan tot op 16 meter en zien murenes, kreeften, een slapende schildpad, schorpioenvissen en nog veel meer. De duik duurt ongeveer een uur. Een echte aanrader!

's Nachts wordt het zo heet dat pepe al na een half uur ligt te sudderen in eigen nat. Na een paar slapeloze uren woelen, knippen we het muskietennet los om toch maar iets van de ventilator te voelen. En zeggen dat het vriest in Europa ?

We sluiten ons bezoek aan gili air af met een dag luieren en snorkelen. Het is zo mogelijk nog heter dan de voorbije dagen. We willen met paard en kar naar de andere kant van het eiland, maar pepe raakt het met de driver niet eens over de prijs en dus wordt het stappen. Koppig manneke. De ochtend-snorkel is zeer succesvol, want we zien 2 nieuwsgierige nemo's die poseren voor de camera.

Maar de avond-snorkel is nog spectaculairder! Vlakbij het strand, op 10 meter van onze bungalow, zwemmen we bijna tegen een reuze zeeschildpad. Pepe stormt het water terug uit om de camera te halen, terwijl meme het dier volgt in het water. Het volgende uur hebben we enkel oog voor dit indrukwekkende dier. Al doen de grote kop en vervaarlijke bek ons af te toe wel wat achteruit zwemmen. Een schitterende afsluiter van Gili Air, morgen varen we terug naar Bali, richting Tirta Gangga.






maandag 29 oktober 2012

Rinjani trekking: van het meer tot de finish



Rond half 5 's nachts beginnen de porters alweer met het rommelen met potten en pannen. Het zacht gefluister slaat al snel om in onverstaanbaar gebrabbel. Vermoeid draaien we ons nog eens maar echt slapen zit er niet meer in. Bij het ontbijt krijgen we een verward verhaal over een 'wild pig' dat 's nachts de rijstpot heeft gestolen en ermee in de bosjes is gerend. Pepe oppert dat de pot misschien in het meer is verdwenen? Ze hadden hem per slot van rekening aan de rand van het meer gezet.

Tegen 8u is alles ingepakt en klimmen we opnieuw de kraterwand op naar 2641 meter. Het pad is rotsig maar iets minder steil dan de afdaling gisteren (al kan het feit dat we gisteren al 6u hadden gestapt er ook voor iets tussen zitten). De sfeer zit snor en de uitzichten zijn prachtig. Na elke bocht krijgen we het meer en de kleine vulkaan vanuit een andere hoek te zien. Din kent perfect de plekjes waar je mooie foto's kan maken. De top lijkt van hieruit gigantisch hoog en ver weg.

Tegen 11u zijn we boven op de krater en we werpen nog een laatste blik op dit indrukwekkende natuurfenomeen. Vanaf nu gaat het bergaf tot in Senaru (700 meter) wat zo mogelijks nog lastiger is voor onze spieren dan de klim zelf. Het eerste deel van het pad is loodzwaar: een stoffig, zanderig pad vol losliggende steentjes waar je tot halverwege je been inzakt. Elke stap vraagt een enorme inspanning en al snel zitten we helemaal onder het zweet en donker stof. Al kan de aanblik van de omhoog klefferende toeristen die de tocht in de andere richting doen het leed wel wat verzachten. Na 700 meter duiken we het bos in. Het pad is hier iets beter, een afdaling tussen de wortels van het tropisch regenwoud. Maar toch lijkt er geen eind aan te komen.
Din overtuigde ons om de laatste nacht in het dorp bij een waterval te overnachten. We lopen dus gezwind de verschillende kampeerplaatsen op de kraterwand voorbij in de hoop nog een plonsje te kunnen nemen in de waterval. Maar per stap wordt het tempo langzamer en we vragen steeds vaker hoe ver het nog is. Din antwoordt ontwijkend met een nietszeggend 'hm'. Van het einde van het park tot de waterval blijkt nog een heel eind. Zwemmen bij sunset zal er in ieder geval niet meer in zitten.


Na een zware afdaling van bijna 6u stappen strompelen we op de valreep rond half 6 de 200 trappen af die naar de waterval leiden. We schieten snel onze bikini aan en gaan tot grote hilariteit van de lokale toeristen onder de krachtige en ijskoude straal staan. Alle stof en zweet worden weggespoeld. Het koude water zorgt voor een aangename verfrissing. Stramme spieren, blaren en de inspanning zijn snel vergeten.


Samen met de porters en Din toasten we bij een  paar flessen Bintang op een zeer geslaagde en mooie trektocht.





's Morgens staan we een laatste keer om 6u en na een korte wandeling door de rijstvelden komen we terug in de bewoonde wereld. Een paar uurtjes later nemen we de boot naar Gili air en liggen met ons lui g** op een tropisch strand. 't Kan verkeren...


Rinjani trekking : Op naar de top ...



Om 2u 's nachts worden we al wakker van de porters die in de weer zijn om ons ontbijt te maken. We moeten rond 3u vertrekken om tegen zonsopgang op de top te zijn. Een paar gebakken bananen en een warme kop koffie later beginnen we aan de klim. We vertrekken vanop 2600m en moeten dus maar dan 1100m stijgen tot de top die op 3726m ligt. Men heeft ons van bij het begin al verwittigd dat het een steile en lastige klim is. Het eerste uur valt al bij al nog mee. Mieke beslist toch om te stoppen en blijft -gewikkeld in een paar slaapzakken- achter bij het vuurtje dat Din heeft gemaakt.
We stappen verder terwijl het aan de horizon al begint te schemeren. Zoals wel vaker wegen de laatste loodjes het zwaarst en dat is deze keer echt wel het geval!

We moeten omhoog klefferen langs een steile bergkam op een padje van mul steengruis. Langs beide kanten gapen diepe afgronden. Het lijkt alsof we een reuze zandduin op moeten want na elke stap zakken we voor de helft weer terug naar af. Bovendien begint ook de hoogte stilaan haar tol te eisen. Meme staat na een tijdje nog meer op ontploffen dan de vulkaan zelf. Gelukkig zien we ondertussen de top zodat we het einde traag maar zeker dichterbij zien komen.


Na in totaal 4u klimmen bereiken we de top. De zon is dan al net op maar dat kan de pret niet bederven. Het uitzicht is adembenemend. We kijken uit over Lombok tot aan de zee en zien in de verte zelfs de vulkaan op Bali liggen. Het kratermeer en de mini-krater kleuren prachtig in het eerste licht. De zon geeft van bij het krieken al warmte zodat we zelfs wat kunnen opwarmen.
We blijven een half uurtje genieten van het uitzicht (en ook voor de obligate foto-sessie) en beginnen dan aan de lange afdaling. Dat gaat verbazend makkelijk en snel omdat we nu voordeel hebben bij het eerder vervloekte zand. Na een uurtje of twee staan we terug aan ons kamp en trakteren de porters ons op een reuze-brunch.

Vlak na de middag dalen we verder af naar het kratermeer waar we zullen overnachten. Het meer ligt op 2000m en dus moeten we weer 600m dalen. Bovendien is het pad amper die naam waard en moeten we naar beneden sukkelen over rotsen, takken en andere obstakels. Na de lastige beklimming hadden we het liever wat rustiger aan gedaan, maar het idee dat we straks kunnen kamperen aan de hotsprings maakt veel goed. Aangekomen bij het meer blijkt er echter een groep van 600 Balinezen te kamperen? De kleine kampplaats is omgetoverd in een chaos van dekens, tenten en opgespannen zeilen. Din stelt voor om eerst de hotsprings te doen en dan nog wat verder te stappen naar een rustiger plekje. We slepen ons naar de warme bronnen maar zodra we ons onderdompelen in het warme water van 40gr lijken alle inspanningen plots vergeten. We dobberen een tijdje rond in het zalige nat en stappen daarna met veel moeite nog een half uurtje verder tot aan de kampplaats.
De tenten staan al klaar op een vlak stukje net naast het water. We hebben er een prachtig zicht op het kratermeer en de kleine vulkaan. Net als we willen gaan slapen beginnen de Balinezen aan een of andere 'offering' met het traditionele geklingel dat we in Ubud al hoorden. We zijn echter te moe om ons druk te maken. We duwen de oordoppen wat harder aan en vallen al vroeg in een zalige slaap ...

Rinjani trekking: van Sembalun tot de kraterwand



De vulkaan Rinjani is met zijn 3726 meter de 2de hoogste vulkaan van Indonesie. In de enorme krater ligt het kratermeer Danau Segara Anak (meer van het kind van de zee). In het meer staat nog een kleinere vulkaankegel die nog steeds actief is en in 1994 voor het laatst uitbarstte.
We doen de tocht samen met Marjella en Mieke, 2 Nederlandse meisjes die we per toeval ontmoetten op Bali. Je moet de trekking met een gids doen en voor een keertje zijn we het eens met de inrichtende instanties.
Op woensdagavond (24 oktober) nemen we de boot van Bali naar Lombok. In de havenstad Bangsal worden we overrompeld door touts die ons keiduur transport willen aansmeren. Maar pepe laat zich niet vermurwen en we kunnen voor een schappelijke prijs een taxi op de kop tikken.
We overnachten in Sengiggi waar we om 5u 's morgens worden opgepikt aan het hotel. Op dat moment beseffen we nog niet dat dit eigenlijk "uitslapen" is als je een vulkaan wil beklimmen. We rijden zigzaggend door de groene heuvels van Lombok. In Sembalun ontmoeten we onze gids Din en de porters die vooral eten en tenten mee naar boven zeulen. Onze persoonlijke spullen moeten we zelf (lees: vooral pepe) dragen. Mr Sapri van het reisbureau geeft nog wat uitleg bij de verschillende trajecten die varieren van 'very tough' en 'slippery' tot 'extremely tough' en 'very slippery'.  Hij geeft ons ook nog handschoenen mee terwijl het zweet letterlijk in onze schoenen staat.

Rond 10u gaan we eindelijk op pad. We starten op 1100 meter en overnachten vandaag op 2639 meter, een goede 1500 meter klimmen dus. Onder de brandende zon stappen we door velden waar groenten en fruit worden gekweekt... in serres ?!?

Na anderhalf uur bereiken we de eerste stop voor onze lunch. We zien vooral afgepeigerde en bestofte klimmers die de tocht vanuit de andere richting deden. Meme krijgt het zowaar koud bij het zien van zoveel leed. En de horror verhalen over losliggende stenen, 2 stappen vooruit en 4 achteruit en voeten vol blaren doen geen goed aan de zaak.
Na de lunch begint het echte werk. We klimmen een paar heuvels op en voelen al snel hoe de combinatie van hoogte en steile paden zijn tol eist. Gelukkig zitten we al snel in de wolken en zorgt de mist voor een aangename verfrissing.

Rond half 5 bereiken we de eerste kraterwand waar we (lees: de porters) ons kamp opslaan. Het heeft wel iets, zo'n luxe trektocht. De wolken belemmeren echter het zicht op het meer en de top dus een mooie sunset zit er voor vandaag niet in. Na het avondeten kruipen we bibberend in onze vochtige slaapzakken. Meme vervloekt zichzelf omdat ze haar eigen slaapzak in het dorp heeft achtergelaten. Pepe ligt na 2 minuten al te ronken tot groot ongenoegen van de Nederlandse buren. Veel tijd om te sakkeren is er echter niet, want de wekker staat om half 3 ...

dinsdag 23 oktober 2012

Amed - Under the volcano



Vanuit Pemuteran in het uiterste westen van Bali rijden we naar Amed aan de oostkust.
Het is er zo mogelijk nog warmer en enkel de zee biedt enige verkoeling. Op 10 meter van ons hotelletje begint een mooi koraalrif en vanop het strand hebben we een schitterend zicht op de Gunung Agung, een vulkaan van ongeveer 3000 meter hoog.

Mooie vis (als iemand de naam weet ... ?)
Murene op 10m van het strand
We vullen de dag met luieren en snorkelen. Pepe verbrandt zijn tenen aan het hete strand en houdt er zowaar een blaar aan over. De enige afstand die we vandaag afleggen, is van het hotel naar het strand en naar de warung of omgekeerd.

Morgen nemen we de fastboat naar Lombok voor een trekking van 4 dagen naar de top van de Rinjani vulkaan. Opnieuw wat actie dus maar we zijn nu wel echt goed uitgerust.

Duiken in Menjangan

Zelfs op zondag rusten we niet uit. Druk, druk, druk, zo'n vakantie :-) Vandaag doen we een duik uitstapje naar een van de beste duikplekken van Indonesie, het eiland Menjangan. Dit onbewoond eilandje ligt een kleine 10km uit de kust en maakt deel uit van het nationaal park waar we eerder al gingen wandelen. Het is beschermd gebied dat gespaard wordt van menselijke activiteiten als vissen of toerisme. Het onderwaterleven is er naar het schijnt dan ook zeer ongeschonden.


We worden rond 9u opgepikt om het duikmateriaal te passen en rijden daarna door naar het haventje waar de bootjes klaar liggen om de oversteek te maken. Het is een heldere dag en we kunnen onderweg zelfs verschillende vulkanen op Java zien liggen. Na ongeveer drie kwartier meren we aan op het eiland.




Meme heeft na rijp beraad en diverse ja/nee stadia uiteindelijk besloten om het dan toch maar bij snorkelen te houden. Pepe gaat dus alleen met de instructeur en een andere duikster in het water. We duiken een tiental meter weg van de kust waar 'the wall' begint, een muur recht naar beneden en een waar onderwater paradijs.

Alle superlatieven die we omtrent deze plek al hoorden zijn voor een keer ook effectief de waarheid. We duiken langs een wondermooi decor met koralen in vormen en kleuren die amper met woorden te beschrijven zijn. Sommige lijken op reusachtige paddestoelen en zijn wel 2m in doorsnede (al lijkt onder water alles wel wat groter naar het schijnt). Tussen en rond al dat moois zwemmen duizenden soorten tropische vissen. Het ene moment steekt een gigantische murene haar vervaarlijk ogende kop uit een spleet en wat verderop spelen enkele nemo's in hun wiegende huis. We krijgen nog een bonus want op een bepaald moment zweeft er een reuze schildpad op een paar meter onder ons door. Na een klein uurtje komen we terug aan de oppervlakte en zijn we na zoveel moois toe aan de lunch.

Voor de tweede duik varen we naar de andere kant van het eiland. Het onderwaterleven is hier wat minder spectaculair dan bij de eerste duik (minder 'wow'-gevoel zou Sergio zeggen) maar de stroming is wel indrukwekkend. Zonder te palmen worden we zonder pardon meegezogen en zweven we langs het koraalrif. Op een bepaald moment raakt pepe wat te ver vooruit en ervaart dat het onmogelijk is om zelfs maar een paar meter terug te zwemmen. Tegen de stroom in palmen en wachten tot de rest weer bijbeent is de enige optie. Na de duiken varen we terug naar Pemuteran en vullen we de rest van de dag met snorkelen. Duiken in een modderput in Belgie zal nooit meer hetzelfde zijn ...

Bij gebrek aan professionele camera kunnen we geen foto's tonen van de duiken zelf, dus houden we het maar op het moeizaam bijeen geklikt snorkelmateriaal.








maandag 22 oktober 2012

Van Lovina naar Pemuteran







Op vrijdag 19 oktober boeken we transport van Lovina naar Pemuteran. Deze keer ligt het tarief een pak lager dus we zijn eens niet in 't zak gezet. Denken we ...want  het transport blijkt zowaar een bemo! Voor deze publieke busjes betalen we allicht weer een pak meer dan de andere reizigers. Maar het doet wel goed om eens niet in een airco shuttle met verduisterde ramen te reizen. We vinden een schitterende homestay: een bungalow met airco, douche buiten tussen tropische planten en mooie tuin. Enig minpunt : het hotel ligt vlak naast de moskee dus om 5 uur 's morgens worden we met oorverdovend gejengel wakker gemaakt.

Gelukkig waren we toch van plan om om 6 uur op te staan voor een wandeling door het tropisch monsoon woud. De tocht start langs een mangrove. We spotten kreeftjes, krabben en een soort springende wormen. De leguaan krijgen we jammer genoeg niet te zien. In het bos zelf hebben we meer geluk: black  monkeys piepen nieuwsgierig tussen het bladerdek en de reuze eekhoorns springen tussen de takken.

We passeren ook enkele families agressieve makaken. De planten en bomen zijn heel indrukwekkend. Onze tropische kamerplanten lijken kabouters vergeleken met hun maatjes die in de vrije natuur gedijen. Pepe speelt nog even Tarzan aan een liaan over een lege rivierbedding.

Na de wandeling verkennen we in een klein bootje de mangroves. Een mangrove bestaat uit een hoop takkerij in de modder (bij de meesten wel gekend van expeditie Robinson). Maar in de mangroves groeien wel heel veel verschillende types bomen en planten. In de vele inhammen zien we ook prachtige vogels die niet slecht zouden staan op de deur van een vergaderzaal.

De rest van de dag vullen we met chillen, snorkelen en lezen. Met veel moeite en geduld lukt het uiteindelijk toch om een paar foto's te nemen ...





Zen in en rond Lovina




Op donderdag 18 oktober huren we toch nog een scooter om de omgeving rond Lovina wat te verkennen.  In het hotel krijgen we een zelfgetekend plannetje mee. Het concept "schaal" is echter  nog niet echt ingeburgerd zou later blijken.
Onze eerste stop is bij de hot springs, warmwaterbronnen verscholen tussen het groen. Hot is het hier anders zo al genoeg maar de bronnen zijn verrassend verfrissend. Ze bestaan uit 3 baden met aan 1 zijde stenen monstertjes die het warme geelachtige water uitspuwen. Het oord is zo goed als verlaten. We dobberen wat rond en genieten van de krachtige stralen op nek en schouders.

Na de hot springs bezoeken we een van de weinige boedhistische tempels op het eiland. De tempel staat hoog op een heuvel en we klefferen de vele trappen op, maar het uitzicht mag er zijn!
Volgende doel is een waterval in de buurt. Volgens het plannetje moeten we ergens rechtsaf, maar het baantje leidt stijl omhoog naar een of ander dorp. Meme zit alweer met de bibber op de smalle wegen. We rijden wat doelloos rond en leggen ons uiteindelijk neer bij een "niet dan he".

Terug in Lovina gaan we op het strand op zoek naar Maria. Deze keer komt ze wel opdagen met superlekkere sateetjes met rijst. Al verdenken we er haar wel van de gerechten aan het kraam op de hoek te hebben gekocht. De verpakking en zakjes leken in ieder geval verdacht veel op die van de lokale warung (restaurantje). Maar dat boeit niet!










woensdag 17 oktober 2012

Via de bergen naar de kust in het noorden


Maandag 15 oktober nemen we de shuttle bus van Ubud naar Munduk, een dorpje op zo'n 1000m hoogte. Prachtige landschappen schieten voorbij: rijstvelden, groene heuvels en diepe kratermeren. Drogende kruidnagel overheerst het geurenpalet. In Munduk is het zalig fris na de plakkerige hitte van de voorbije dagen. Er ligt zelfs een dons op ons bed! We bezoeken een waterval in de buurt en worden op de terugweg verrast door een eerste tropische regenbui. We schuilen bij een verlaten restaurant en dommelen in door het hypnotiserende effect van de dikke druppels.



Terug in het dorp proberen we een gids te strikken voor een wandeling door de heuvels en plantages of naar een kratemeer. De opties zijn hilarisch. Je hebt keuze tussen een short, medium of long trek. Tot zover volgen we nog. Vervolgens variëren de prijzen verder in functie van het niveau engels van de gids: basic, medium of advanced. We vragen ons af wat ze verstaan onder "basic": yes, no, donation ? Een medium trek met advanced engels kost al snel meer dan 30 eur. Een wandeling naar het meer zit ook niet in het aanbod want daar zitten gidsen bij een andere 'association'. We zien dan maar helemaal af van de wandeling en besluiten dinsdag door te reizen naar het noorden. In Munduk is echter ook het vervoer in handen van een of andere 'association' en de prijs voor het korte stukje naar de kust ligt vast en is belachelijk hoog. Pepe beweert bij hoog en bij laag dat hij weigert te betalen, maar de  bemo's (lokale busjes) mogen blijkbaar geen toeristen meenemen. Grommend en brommend telt hij dan maar de rupees neer en moppert "dat hij deze keer een mail gaat sturen naar de Lonely Planet". Aangekomen in Lovina doen een eerste plons in de warme zee en een prachtige zonsondergang al snel alle perikelen vergeten.

Op woensdag (17 oktober) staan we rond half 6 op om dolfijnen te gaan spotten. Een kleine catamaran brengt ons voor zonsopgang een paar km uit de kust. Het spektakel is prachtig. Met tientallen tegelijk tuimelen de dolfijnen rond de boot. Jammer genoeg zijn we deze keer niet alleen. "Dolphin watching" is een vast onderdeel van een aantal tours en vele bootjes razen kris kras door elkaar om de toeristen zo dicht mogelijk bij de dolfijnen te brengen. Onze kapitein heeft iets minder last van machogedrag of wil graag benzine sparen. We dobberen wat rond aan de rand van de meute en zien de dolfijnen speels voorbij onze boot zwemmen op zoek naar een open stuk zee.
Na het ontbijt meren we terug af naar het koraalrif om voor de eerste keer te snorkelen. Eenmaal kopje onder genieten we van een betoverende onderwaterwereld. Het is als zwemmen in een tropisch aquarium. Grote en kleine vissen in alle kleuren van de regenboog, donkerpaarse zeesterren en grillige koralen vormen het decor van de tocht. Een vette inktvis houdt zich schuil tegen de rotsen en pijlvissen schieten langs onze benen door. De smartphone laat het afweten in het waterdichte zakje, dus jammer genoeg geen foto's (sorry Bart). We hopen op een tweede kans want binnen een paar dagen gaan we naar Permuteran, vlakbij het eiland Mejangan, een afgesloten eiland in een natuurreservaat en blijkbaar een waar paradijs om te duiken en te snorkelen.
Na de middag is het heet en drukkend en we geven ons over aan een siesta onder de ventilator. Tegen zonsondergang gaan we naar het strand voor een etentje dat een plaatselijke fruit-verkoopster zou maken. Niet dus .. een lang verhaal over ceremonie, kuisen van tanden en man die niet kwam opdagen. Maar ze heeft beloofd morgen wel van de partij te zijn. We zien wel ...



maandag 15 oktober 2012

Ubud - rijstvelden en tempels



Gedaan met relaxen, zaterdag staat een eerste wandeling op het programma. De uitleg in ons heilige boek (Lonely Planet nvdr) en een bijhorend plannetje moeten ruim volstaan. Niet dus .. na amper een half uur blijken we alweer hopeloos verdwaald ? Gelukkig daagt er bij toeval andermaal een niet-gids op (meer info omtrent deze unieke species 'niet-gids' zie blog India). Hij toont ons in eerst instantie vriendelijk de weg en staat een minuut later al klaar om meme over een brugje te helpen. Omdat we de bui al voelen hangen van eindeloos rond te (ver)dwalen, besluiten we om toch maar van zijn diensten gebruik te maken. Hij zal ons door de 'lice piel' (lees: rice fields) loodsen. Pepe neemt dit nogal letterlijk en staat na de eerste bocht al met 1 voet een halve meter in de modder. Een fontein later komen we aan bij de rivier waar we een prachtig uitzicht hebben op de vallei vol rijst terrassen. We picknicken aan de oever en moeten nadien in de hitte weer helemaal naar boven klefferen. Het Heilige Schrift had nochtans aangeraden om deze wandeling vroeg aan te vatten, maar de oudjes zijn niet echt vroege vogels. Meme verandert tijdens de klim per meter van kleur (van vuurrood naar donkerpaars) en wordt onderweg regelmatig aangeklampt om allerhande prullaria te kopen. Een ebbenhouten olifant naar boven zeulen zit er echter niet meer in ...

Na 6u stappen is meme plots wel aan een massaas (lees: massage) toe. We laten ons gewillig een uurtje kneden en plooien en vragen ons in stilte af of onze reisverzekering mogelijke letsels dekt. We zijn net op tijd weer buiten om naar de Legong voorstelling te strompelen. Legong is een traditionele Balinese dans, begeleid door een orkest. Het zijn vooral de kostuums en grimassen van de dansers die indruk maken, want het gekloink van de instrumenten heeft veel weg van een muziekinitiatie in de kleuterklas.

Op zondag huren we een scooter en snorren naar een paar bezienswaardigheden in de buurt. Eerste stop is 'Elephant Cave', een of andere grot met een paar heilige stenen erin. We krijgen er -na de gebruikelijke donation- ook een 'blessienk po goe luck' (lees : iets met goed geluk). Nadien bezoeken we nog een paar andere heiligdommen in de buurt en de botanische tuin. Het valt ons op dat we overal bijna alleen rondlopen ? De bussen toeristen zijn nog onderweg of zitten al aan de lunch. Het laagseizoen heeft er misschien ook iets mee te maken.


Tegen de avond rijden we naar Petulu waar duizenden witte reigers (kokokan) 's avonds in de bomen neerstrijken na een dag insekten jagen in de rijstvelden. Het is een prachtig spektakel en de bomen lijken na een tijdje bestrooid met witte bloemen. Bijna hadden we dit gemist want onderweg werden we geramd door een ... politiecombi! We konden nog net overeind blijven en kwamen er met de schrik vanaf.