maandag 29 oktober 2012

Rinjani trekking: van het meer tot de finish



Rond half 5 's nachts beginnen de porters alweer met het rommelen met potten en pannen. Het zacht gefluister slaat al snel om in onverstaanbaar gebrabbel. Vermoeid draaien we ons nog eens maar echt slapen zit er niet meer in. Bij het ontbijt krijgen we een verward verhaal over een 'wild pig' dat 's nachts de rijstpot heeft gestolen en ermee in de bosjes is gerend. Pepe oppert dat de pot misschien in het meer is verdwenen? Ze hadden hem per slot van rekening aan de rand van het meer gezet.

Tegen 8u is alles ingepakt en klimmen we opnieuw de kraterwand op naar 2641 meter. Het pad is rotsig maar iets minder steil dan de afdaling gisteren (al kan het feit dat we gisteren al 6u hadden gestapt er ook voor iets tussen zitten). De sfeer zit snor en de uitzichten zijn prachtig. Na elke bocht krijgen we het meer en de kleine vulkaan vanuit een andere hoek te zien. Din kent perfect de plekjes waar je mooie foto's kan maken. De top lijkt van hieruit gigantisch hoog en ver weg.

Tegen 11u zijn we boven op de krater en we werpen nog een laatste blik op dit indrukwekkende natuurfenomeen. Vanaf nu gaat het bergaf tot in Senaru (700 meter) wat zo mogelijks nog lastiger is voor onze spieren dan de klim zelf. Het eerste deel van het pad is loodzwaar: een stoffig, zanderig pad vol losliggende steentjes waar je tot halverwege je been inzakt. Elke stap vraagt een enorme inspanning en al snel zitten we helemaal onder het zweet en donker stof. Al kan de aanblik van de omhoog klefferende toeristen die de tocht in de andere richting doen het leed wel wat verzachten. Na 700 meter duiken we het bos in. Het pad is hier iets beter, een afdaling tussen de wortels van het tropisch regenwoud. Maar toch lijkt er geen eind aan te komen.
Din overtuigde ons om de laatste nacht in het dorp bij een waterval te overnachten. We lopen dus gezwind de verschillende kampeerplaatsen op de kraterwand voorbij in de hoop nog een plonsje te kunnen nemen in de waterval. Maar per stap wordt het tempo langzamer en we vragen steeds vaker hoe ver het nog is. Din antwoordt ontwijkend met een nietszeggend 'hm'. Van het einde van het park tot de waterval blijkt nog een heel eind. Zwemmen bij sunset zal er in ieder geval niet meer in zitten.


Na een zware afdaling van bijna 6u stappen strompelen we op de valreep rond half 6 de 200 trappen af die naar de waterval leiden. We schieten snel onze bikini aan en gaan tot grote hilariteit van de lokale toeristen onder de krachtige en ijskoude straal staan. Alle stof en zweet worden weggespoeld. Het koude water zorgt voor een aangename verfrissing. Stramme spieren, blaren en de inspanning zijn snel vergeten.


Samen met de porters en Din toasten we bij een  paar flessen Bintang op een zeer geslaagde en mooie trektocht.





's Morgens staan we een laatste keer om 6u en na een korte wandeling door de rijstvelden komen we terug in de bewoonde wereld. Een paar uurtjes later nemen we de boot naar Gili air en liggen met ons lui g** op een tropisch strand. 't Kan verkeren...


Geen opmerkingen: