maandag 31 oktober 2011

Titicaca - sterke poema




Op zaterdag nemen we de bus vanuit Cusco naar Puno. Onderweg stoppen we aan verschillende bezienswaardigheden (lees meer stenen ...). De reisbegeleider komt om het half uur informeren of we wel "happy" zijn met de temperatuur in de bus, tot pepe het stilaan op zijn zenuwen krijgt. We zijn bij aankomst in Puno alleszins niet happy met de temperatuur buiten de bus. Het is er steenkoud en het regent pijpenstelen.

Puno ligt op 3800m hoogte aan het Titicaca meer, het hoogste bevaarbare meer ter wereld. Het meer is ongeveer 160km lang en 60km breed, een kleine 8500m2. We willen hier een paar eilanden bezoeken en eventueel blijven slapen bij een lokale familie. Het blijkt echter bijna onmogelijk om op eigen houtje op een van de eilanden te geraken. Overal worden we doorverwezen naar een van de tientallen tour-operators in de stad. We voelen stilaan nattigheid (letterlijk) en laten al gauw het idee van te overnachten in "authentieke omstandigheden" varen. Noodgedwongen schrijven we ons in op een "dag-tour".

We worden met enige vertraging opgepikt en gedropt in de haven. Onze vrees van een overrompeling blijkt gegrond als we de tientallen bootjes volgepropt met toeristen zien vertrekken. We schikken ons voorlopig in de rol van groepslid en varen gedwee richting de Uros eilanden. De Uros wonen al sinds eeuwen op een soort drijvende eilanden die volledig gebouwd zijn van riet. We meren aan op een van de 60 eilanden (de 59 andere waren ondertussen volzet) en worden er spontaan verwelkomd door de "authentiek" uitgedoste bewoners (al gaat de roddel dat deze ´s avonds gewoon naar het vasteland gaan slapen). Op zich was de uitleg over deze manier van leven best wel interessant. Een eiland is ongeveer 80m2 en het duurt bijna een jaar om het te bouwen. Bovendien moet om de paar weken een nieuwe laag riet worden aangebracht om de rottende lagen te vervangen, We krijgen zelfs een stuk riet om op te knabbelen.
De groep krijgt een tochtje aangeboden in een rieten boot. Wanneer iedereen is opgestapt verkondigt de gids doodleuk dat deze tocht niet is inbegrepen in de prijs. Meme is als altijd bij de pinken en veert prompt op om de boot te verlaten (we hadden toch al een foto, nah) met driekwart van "de groep" in haar kielzog. Een kwartier later pikken we de rest terug op in onze motorboot en zetten we koers naar Taquile, een echt eiland op 2,5u varen.

Tegen de middag hebben we samen met de 59 andere boten het eiland bereikt, en worden we in kolonne bergop naar het centrale plein geloodst. Een bezoek aan het eiland zelf zit er niet echt in want de enige activiteit bestaat in een verplichte lunch (die uiteraard ook niet is inbegrepen in de prijs). Ontsnappen zit er niet in want de vertrekplaats en het tijdstip is een goedbewaard geheim. We volgen dan maar schaapachtig maar het eten op zich is wel lekker. We verbroederen met een paar Belgen en Fransen en moeten voor de zoveelste keer de politieke toestand in Belgie toelichten. De fransen waren van plan om hier in "authentieke omstandigheden" de nacht door te brengen maar houden het logischerwijs al snel voor bekeken. Het Bokrijk-gehalte van dit bezoek ligt voor hen zelfs te hoog. De terugweg naar de boot loodst ons uiterst toevallig langs talloze kraampjes met lokale prullaria. Na 3 uur varen komen we andermaal in de gietende regen toe in Puno. We verdrinken ons in een lekkere Pisco Sour en boeken snel een bus naar Arequipa ...


zaterdag 29 oktober 2011

Terug naar Cusco




We nemen de trein terug van Aguas Calientes naar Ollantaytambo (kijk zeker eens naar de vorige posts voor de verslagen naar/van Machu Picchu!). Deze keer kunnen we wel genieten van de prachtige treinrit die we de vorige keer in het donker hebben gedaan. Wanneer we uit de trein stappen worden we overvallen door een handvol taxi-chauffeurs die mekaar bijna lynchen om ons te "mogen" vervoeren.We spelen het spel van vraag en aanbod gretig mee en nemen uiteindelijk een taxi die ons voor bijna geen geld wil terug brengen naar Cusco.

Onderweg liggen nog een paar leuke bezienswaardigheden. Eerst maken we een tussenstop aan Salinas, een bergkloof waar al duizend jaar op een natuurlijke manier aan zoutwinning wordt gedaan. Een bron met extreem zout water bevloeit honderden kleine beddingen waar het water onder een zinderende zon verdampt. Het overgebleven zout wordt door een paar sukkelaars in grote zakken geschept.

We tuffen over stoffige weggetjes door naar Moray, onderweg genietend van het schitterend uitzicht op besneeuwde toppen in de verte. In Moray dalen we af in de vreemde terrassen die volledig opgaan in de natuurlijke vorm van het landschap. Tot op heden is nog altijd niet geweten waar deze constructie toe diende. Blijkbaar heeft door de extreme beschutting elk niveau zowat zijn eigen microklimaat zodat sommigen denken dat het misschien wel een soort laboratorium is waar de Inca´s experimenteerden met verschillende gewassen.

In de late namiddag komen we aan in Cusco en keren we terug naar het hostel waar we voor ons vertrek al logeerden. We krijgen opnieuw in dezelfde kamer en het voelt zowaar een heel klein beetje als thuiskomen ?

En na de verplichte administratie (blog, foto´s, email, ...) is het nu hoogtijd voor een knabbel !


Wereldwonder nr 2: Machu Picchu

Meme en pepe op Machu Picchu

Na onze slechte ervaring in Pokhara (Nepal, waar we de topjes van de Himalaya misten doordat we te lang in onze tram bleven liggen), beslissen we om nu es echt vroeg op te staan. We zetten de wekker om 5 uur, zodat we met de eerste bus van 5u30 mee naar boven kunnen. Pepe is echter al om 4u uit de veren... en meme dus ook :-/ Het regent niet meer, maar een dichte mist hangt in het dorpje.

We veroveren een plekje op 1 van de eerste bussen en snellen de berg op om een langverwachte glimps op te vangen van ons 2de wereldwonder (na de Taj 2 jaar geleden). Maar het wordt minder dan een glimps... de hele site zit verborgen onder een dik pak wolken en mist.

We blijven een uurtje op een rots zitten, maar eerst zonder resultaat. Meme kluift al haar nagels af van de spanning. Heel stilletjes trekt de mist dan toch op en hier en daar doemen huisjes op tussen de wolken. Het geheel heeft iets heel mystiek en sprookjesachtig. Alsof de stad haar schoonheid en geheimen niet zomaar wil prijsgeven.

We maken dan maar eerst een kort wandelingetje naar een authentieke Incabrug die tegen een steile rots gebouwd is. We zijn helemaal alleen op het pad en genieten van de vochtige ochtend en de geur van jungle. Tot onze grote vreugde komt er af en toe al een waterzonnetje piepen.

Eindelijk krijgen we de site in al haar grandeur te zien. De huisjes doemen op tussen de wolken en we vangen een stukje van de zonnetempel op. We ´shotgunnen´een rots en laten heel de stad stilletjes op ons af komen. Enkel Wayna Pichu (de bekende piek op de achtergrond) blijft nog even in een dichte mist gehuld, maar niet voor lang meer. We nemen een paar (tientallen) van de traditionele postkaartfoto´s en reppen ons dan naar de overkant om Wayna Pichu te beklimmen.

Slechts 400 mensen mogen per dag Wayna beklimmen: 200 om 7u en 200 om 10u. Wij hebben een ticketje kunnen bemachtigen voor 10u en beginnen aan de super steile klim van 360m (om een idee te geven: dit is ongeveer 4x na mekaar de Romboutstoren van Mechelen opklimmen en niet op zeeniveau...). Trappen, trappen en nog eens trappen, er lijkt geen eind aan te komen en voor meme is de fun er al snel af. Pepe huppelt naar boven als een duracell-berggeit en staat dan telkens ´geduldig´ in de bocht te wachten. Alsof de top van plan is om te gaan lopen...

Na een uurtje bereiken we de top van 2720m. Onder ons ligt Machu Picchu, links en rechts gapen diepe kloven. Het blijft een raadsel waarom de Inca´s net deze plek uitkozen om een stad te bouwen.


Kort na de middag staan we terug beneden en beginnen we eindelijk aan onze verkenning van de stad zelf. Ondertussen hebben ettelijke horden toeristen de smalle straatjes ingepalmd en we sluiten naar goede gewoonte aan bij een paar groepen. Ook in de stad zijn trappen een vaste waarde. We dwalen door het labyrinth van huisjes, tempels en terrassen.


Tegen 3u loopt de stad leeg en wij blijven nog eventjes nagenieten boven op een rots. Meme wil absoluut nog een paar foto´s met de zon aan de andere kant, maar pepe vindt dat we ondertussen al genoeg giga´s verspild hebben. Na de zoveelste pose besluiten we nog eens door de ruines te lopen die ondertussen zo goed als leeg zijn.

Pepe wil per se ook nog eens terug naar een grote plant waar we eerder al een kolibri hadden gespot die om de paar minuten in een van de vele bloemen nectar kwam zuigen. Het is echt een prachtig zicht om het piepkleine vogeltje in actie te zien. Na veel geduld lukt het ons eindelijk om het beestje deftig op de foto te krijgen.

Het is ondertussen al latere namiddag en we moeten nog te voet terug naar Aguas (400 meter trappen naar beneden!!). We vinden de bustickets redelijk duur en spenderen die soles liever aan een lekker frisse Pisco Sour. Het padje terug naar beneden valt - na een hele dag trappenwerk dat onze benen er al hebben opzitten - wel flink tegen. Meme beklaagt zich onderweg meermaals de keuze voor de pisco, maar daar valt niks meer van te merken na de eerste teug ...








Op weg naar Machu Picchu



Op woensdag nemen we een collectivo (lokaal busje) en tuffen naar Ollantaytambo, een dorpje op 2 uur rijden van Cusco. We hebben er een late trein geboekt naar Aguas Calientes, zowat het enige dorp van waaruit Machu Picchu te bereiken is. We hadden ook rechtstreeks de trein kunnen nemen vanuit Cusco, maar Peru Rails rekent zo´n hoge tarieven aan dat we zo ver mogelijk proberen te raken op een alternatieve manier.



In Olla staat de zoveelste Incaruïne op het programma, meer van hetzelfde dus... Toch blijven de overblijfselen heel indrukwekkend, alleen de honderden trappen zijn er voor meme af en toe te veel aan. Als echte parasieten sluiten we her en der aan bij groepjes toeristen met gids - guidehopping in verschillende talen zelfs - en stilaan krijgen we vat op de wereld van de Inca´s, klaar voor het grote werk dus.


Na het lange en vermoeiende klimwerk onder een loden zon gaan we wat afkoelen in de smalle straatjes van het dorp en slenteren we nog wat rond op het obligate marktje. Wanneer de horden toeristen op weg naar Machu Picchu ´s morgens door het dorp zijn geraasd en op hun trein zijn gepropt is het eigenlijk een best gezellig plaatsje.


´s Avonds nemen we de trein van Olla naar Machu. De rit door de vallei zou heel mooi zijn, maar we zien geen hol omdat het al pikdonker is. Da´s dan de tol van het goedkoopste ticket. 2 uur later wacht ons een enorme ontgoocheling: het regent er pijpenstelen, het dorp ligt vol plassen en iedereen loopt rond met regenjasjes. Meme slaat in paniek dat we morgen niks gaan zien en spendeert de rest van de avond met het googelen naar tientallen weersites. Maar deze bevestigen alleen maar onze vrees: clouds, thunderstorms, rain ... Pepe oppert dat regen en wolken wel vrij normaal zijn in een ´cloud forest´ maar dat is niet van die aard om meme gerust te stellen ...




Aguas Calientes met treinspoor als hoofdstraat









dinsdag 25 oktober 2011

Pisac, een voorsmaakje op Machu Picchu


Op aanraden van groot-meme bezoeken we vandaag Pisac, een klein stadje een 30-tal km boven Cusco. Ze spreekt er na een paar decennia nog altijd vol lof over, en terecht! Het plaatsje ligt in de "Sacred Valley" en is gekend voor zijn wollige lekkernij (zie vorige post), lokaal gemaakt keramiek (dat trouwens samen met de biggen in de oven gaat), maar vooral van de Inca-ruines op een heuvel wat verderop. We nemen de lokale bus waar de sfeer wat opgefleurd wordt door een lokale fluitspeler die voor een keer geen geld vraagt (we hadden hem anders graag een centje toegestopt om te stoppen met blazen ...).

Na een uurtje komen we aan in Pisac en we kuieren er wat rond op het centrale marktpleintje. Overal staan kraampjes met souvenirs, en Meme krijgt al snel de pakjes-kriebels. Pepe kan maar op het nippertje voorkomen dat we voor de rest van de vakantie al met een propvolle derdewereld-zak met goodies moeten rondzeulen (het zelf dragen van de zak bleek afdoend als argument).

We kopen nog wat proviand en nemen tegen de middag de taxi naar de ingang van het complex bovenop de heuvel. Bedoeling is via de ruines te voet terug te keren naar het dorp (omgekeerd kon ook maar leek ons iets minder aantrekkelijk).

De ruines zijn naar goede gewoonte schitterend, maar wat vooral opvalt, zijn de gigantische terrassen die de Incas indertijd hebben aangelegd om de grond te kunnen bewerken.



Op foto lijken ze betrekkelijk klein maar in werkelijkheid zijn ze tot 4m hoog! Het is echt een prachtig uitzicht. We slenteren een paar uur door de verschillende delen van het complex : oude baden, het fort, het dorp aan de voet van de terrassen. Meme neemt -as usual- ruim de tijd om alles vast te leggen op foto en wacht op een bepaald moment zelfs een kwartier tot alle levende zielen uit het zicht zijn om een plaatje te schieten (pepe is na een paar reizen al een en ander gewoon en stort zich ondertussen dan maar op de aangekochte jammies).

In de late namiddag komen we weer toe in het centrum van Pisac (we zijn voor een keer niet verloren gelopen!) en hebben zin in een echt terras. We installeren ons met een vers sapje op een plaatsje met zicht op de markt en genieten van de hilarische taferelen die er zich afspelen. Busladingen toeristen worden gedropt en vallen ten prooi aan de in traditionele klederdacht uitgedoste kinderen (photo¿ photo¿). Sommigen proberen er zich van af te maken met een restje uit de lunchbox van ´s middags (een zakje ketchup bvb) maar krijgen een duidelijk beteuterde snuit te zien. Vaak wordt dan toch maar de (dikke) portefeuille bovengehaald, tot groot plezier van de Peruviaanse mama die wat verderop verdekt staat opgesteld.


We missen bijna de bus terug naar Cusco, en beklagen het ons al snel dat hij dan toch niet is doorgereden zonder ons. Onze chauffeur is nogal competitief ingesteld en zet de achtervolging in op een bus die voor ons rijdt. We zien het in Belgie niet snel gebeuren tussen 2 bussen van De Lijn maar hier is het ergens wel begrijpelijk. Elke klant die ze eerst oppikken zijn een paar soles extra voor de dag. Bijna loopt het slecht af wanneer we tijdens het inhalen een ander zwaargewicht uit de bocht zien komen. Piepende remmen, al hoor je het amper tussen het normale rammelen door. Het besef dat hij allicht zelf als eerste plat zal zijn (en dan niet zoveel aan zijn extra centen zal hebben), lijkt onze chauffeur tot inkeer te brengen. We komen heelhuids aan in Cusco en zijn toe aan een grote "Pisco Sour" ...


Mijn restaurant: het Guinees biggetje in pikante saus



Als tussendoortje even het recept van een lokale specialiteit: de cuy, beter gekend als het guinees biggetje (cuy omwille van het geluid dat het diertje maakt ¨koei, koei¨, bij leven en welzijn)

Benodigdheden
- 1 guinees biggetje per persoon
- kruiden: komijn, zwarte peper, paprika, gedroogde rode chillies
- peper en zout
- aardappelen

Voorbereiding (1 dag)
Men neme een lief klein pluizig guinees biggetje uit zijn hok, de kleur is niet belangrijk. Je doodt het diertje en verwijdert het pelske in heet water. Vervolgens verwijder je de ingewanden en je wast de delicatesse in zout water. Je laat je toekomstige gerecht nog even drogen.

De avond voor het diner leg je het diertje in een marinade van komijn, zwarte peper en paprika. De chilli mag je in het bekje steken.

Bereiding (2 uur)
Je kan de gemarineerde big op verschillende manieren klaarmaken: op de grill of in een oven. Je legt het biggetje omringd door aardappelen (en eventueel de gemarineerde ingewanden als bijgerecht) op een schaal en schuift alles voor een tweetal uurtjes in de oven.



Geschiedenis
De cuy stond al van voor Christus op het menu van Zuid-Amerikaanse bergvolkeren. Het dier smaakt naar konijn en zit vol proteïnes. Het kon makkelijk gekweekt worden, at keukenafval en plantte zich zonder problemen voort. Pas met de komst van de Spanjaarden kwam de guinese big in Europa terecht als troeteldier.



Leuk weetje
Om de indianen te bekeren tot het katholicisme werden bijbelse taferelen lichtjes aangepast aan de eigen leefwereld. Zo zaten de Moren niet op kamelen maar op lama´s en op het laatste avondmaal stond .... jawel, Cuy op het menu!!! Bekijk het schilderij nog maar eens van dichtbij ...

maandag 24 oktober 2011

Cusco, navel van de aarde





Op zaterdag vliegen we naar Cusco, 21 uur op een bus zitten, vinden we er toch wat over voor mensen van onze gezegende leeftijd. We genieten van prachtige zichten op het dorre berglandschap. De landing zelf is iets minder gedenkwaardig. Aan de ene kant lijken we de toppen bijna aan te raken terwijl Cusco nog schijnbaar heel ver onder ons ligt. Het vliegtuig laveert tussen de bergen en meme lijkt ineens toch meer favoriet van de busrit. Een paar luchtschokken later landen we midden in de stad Cusco. Cusco zou afgeleid zijn van het Quechua `Cosco`en betekent zoveel als `navel`. Voor de Inca`s was Cusco het centrum van de aarde. 

Cusco ligt op 3360 meter, maar dankzij onze acclimatisatie in het noorden, zijn we heel snel aan de hoogte gewoon. We dwalen wat rond in de stad en zijn onmiddellijk verkocht. De stad is ronduit schitterend: smalle straatjes, prachtige gebouwen, kleurrijke mensen, gezelligheid alom. Echt een van de mooiste plekjes die we al hebben bezocht.




We bezoeken de schitterende kathedraal en ook al zijn we geen pilaarbijters, we zijn helemaal onder de indruk. We nemen deze keer een audiogids (die troggelen je op zijn minst al geen geld af en ze zijn doorgaans beter te verstaan) en laten ons meeslepen door 400 jaar geschiedenis, vanaf het moment dat de Spaanse conquistadores voet aan wal zetten en de zieltjes van de indianen proberen te winnen voor het Christendom. Alleen jammer dat ze voor het bouwen van de kerk eerst een paar Incabolwerken hebben vernietigd om de stenen te gebruiken als fundament. We slenteren nog wat rond op een marktje met allerhande lokale specialiteiten (zoek de varkenskop op de foto)

Op zondag trekken we eerst de stad in om es - geheel tegen onze natuur in - een en ander op voorhand te regelen. We willen namelijk zeker zijn van ons ticket voor Machu Picchu en van de treinrit. Op het centrale plein komen we in een grote manifestatie terecht met een optocht van het leger, fanfare, strijken van de vlag, volkslied en heel de reutemeuteut. Blijkbaar doen ze dat elke zondag ???



Het bestellen van een ticket naar een van de wereldwonderen blijkt moeilijker dan het online bestellen van pistolets bij bakkerij Carl. In het toeristenbureau worden we eerst van hot naar her gestuurd. Blijkbaar moet de bestelling online gebeuren op een pc in het bureau zelf. Na veel geleuter krijgen we het paswoord en gaan aan de slag. Maar zelfs pepe de nerd raakt er niet wijs uit. We slagen er uiteindelijk in om een reservering te doen, maar betalen en printen moet onder begeleiding gebeuren. Een vriendelijk madammeke schrijft op een papiertje onze code over en stapt ermee naar een andere pc om daar alles nog eens over te typen. Vervolgens moet ze een ander bakje aansluiten om met mastercard te betalen. Ondertussen staat het bureau stampvol met mensen die ook een ticketje willen bemachtigen. Gelukkig gaat het boeken van de trein een pak vlotter. Machu Picchu, here we come ...

In de namiddag bezoeken we enkele incaruines rond Cusco. Een taxi brengt ons 8 km ver tot de verste ruine op 3700 meter en we stappen het traject terug langs andere indrukwekkende tempels en complexen. Aardbevingen en de spanjaarden hebben veel vernietigd, maar de bouwwerken blijven immens. Sommige stenen wegen tot 300 ton en je zal maar beter geen arbeider geweest zijn in die tijd.



Op de terugweg lopen we uiteraard ook een niet-gids tegen het lijf die ons wijst op enkele symbolen van de inca`s: de poema, de condor en de slang. Hij vertelt ons ook over de 3 werelden: de onderwereld van de geesten en voorouders, de actuele wereld en de boven of spirituele wereld.

De laatste ruine, Sacsayhuaman, ligt vlak bij Cusco en is de meest impressionante. Het complex is gebouwd in de vorm van een poema met zigzaggende muren die tanden voorstellen. Het was een van de laatste bolwerken die stand hielden tegen de Spaanse bezetters. We kuieren over en door de trappen, meme neemt uiteraard een paar (¿) fotootjes - tot ergernis van pepe - en we genieten van een zonnig en mooi uitzicht over Cusco.

Tot nu toe was de weersvoorspelling telkens verkeerd, want we hadden al elke dag mooi weer in Cusco. Duimen dat donderdag ook de zon schijnt....

zaterdag 22 oktober 2011

Op schoolreis ...





Woensdag bezoeken we in de voormiddag de ruine Wilkahauin, waar we op onze eerste dag in Huaraz voor een gesloten deur stonden. Van daaruit doen we een -volgens de Lonely Planet- "relatively easy dayhike" naar een bergmeertje Ahuac. Alleen het hoogteverschil van bijna 1200m (we moeten stijgen tot 4600m) doet ons wat twijfelen aan het begrip "eenvoudig", en terecht zo zal blijken ... Het pad op zich is vrij eenvoudig (niet al te steil of geen rotsige klimpartijen met koorden) maar er lijkt maar geen eind aan te komen?!

Na 2 uur wandelen komen we een vriendelijke (maar ietwat afgeleefde) herder tegen die ons een hart onder riem steekt door te zeggen dat het meertje "vlakbij" is ... nog maar een half uurtje te gaan. Dat is allicht berekend op het tempo van een local want na een half uur zien we in de verste verte nog niks dat op een meertje lijkt. Meme wordt stilaan wanhopig en sleept zich - uiteraard enthousiast aangemoedigd door pepe - telkens een paar meters verder omhoog om vervolgens nog maar eens te zeggen dat ze "op" is.

Maar meme zou meme niet zijn als we na in totaal 4 uur (vier, cuatro !!!) dan toch eindelijk ons doel bereiken. Het is een prachtig plaatje, maar we kunnen er jammer genoeg niet lang blijven, want we worden verrast door een korte maar hevige sneeuwbui. De terugweg (naar beneden) gaat naar goede gewoonte een pak vlotter en na een paar uur rijden we in een collectivo terug richting hostel in Huaraz.

De volgende dag willen we het wat rustiger aan doen en hebben we een ¨tour¨ geboekt naar de ruines van Chavin de Huantar. Nu zijn wij niet echt tour-types die graag in een busje vol toeristen gepropt worden, maar we hadden nu ook niet echt verwacht dat we zouden terecht komen in het busje van ... een schooluitstap ??? Drie uur in een gammel krel, over een hobbelweg, temidden van een tiental gibberende jongeren met de lokale versie van Justin Bieber door de boxen galmend (in schril contrast met het gejengel uit de boxen van de chauffeur), dat stelt zelfs onze zenuwen op de proef. Slapen of snoozen is zowat onmogelijk tenzij je voor 90% doof bent of -beter nog- in een terminale coma ligt. Gelukkig is de weg (nu ja ..) een schitterend decor. De wit besneeuwde bergtoppen vormen een schitterend contrast met eindeloze dorre pampa´s.

Onderweg stoppen we nog aan een bergmeertje waar meme vertederd wordt door een kind-met-geit dat wat centjes probeert te verdienen met het laten nemen van foto´s. Het tafereel heeft iets schrijnends.

De ruines zelf zijn gelukkig de beproeving van de rit waard. Het complex moet voor zijn tijd een onwaarschijnlijk ingenieuze constructie zijn geweest van tempels, ondergrondse doolhoven, kanalen, ... Jammer genoeg is het door een grote aardbeving voor een groot deel verloren gegaan. Nadien bezoeken we nog het plaatselijke museum, een echt pareltje (gesponsord door Japan) waar je een groot deel van de ter plaatse opgegraven artefacten kan bekijken. We hopen dat de terugrit wat rustiger zal verlopen omdat de jeugd wellicht al wat moe zal zijn van de lange dag. 

Jammer maar helaas, we komen tijdens het klimmen terecht in een heuse sneeuwstorm. Ietwat vervelend probleem is dat het venstertje van de chauffeur half open staat (vensterje toe is geen optie want dan dampt de voorruit aan) en dus is meme na een tijdje half ondergesneeuwd. Maar ongelooflijk maar waar, we bereiken heelhuids Huaraz en leggen de rest van de avond in ons beste spaans het vervolg van onze trip vast.


Morgen nemen we de bus naar Lima en zaterdag vliegen we verder door naar Cusco. Meme heeft ondertussen al een tiental websites met weersvoorspellingen bekeken, in de hoop er ergens eentje te vinden waar de komende dagen mooi weer voorspeld wordt voor Machu Picchu, maar vooralsnog zonder succes. We houden het dan maar op : we zien wel.