dinsdag 25 oktober 2011

Pisac, een voorsmaakje op Machu Picchu


Op aanraden van groot-meme bezoeken we vandaag Pisac, een klein stadje een 30-tal km boven Cusco. Ze spreekt er na een paar decennia nog altijd vol lof over, en terecht! Het plaatsje ligt in de "Sacred Valley" en is gekend voor zijn wollige lekkernij (zie vorige post), lokaal gemaakt keramiek (dat trouwens samen met de biggen in de oven gaat), maar vooral van de Inca-ruines op een heuvel wat verderop. We nemen de lokale bus waar de sfeer wat opgefleurd wordt door een lokale fluitspeler die voor een keer geen geld vraagt (we hadden hem anders graag een centje toegestopt om te stoppen met blazen ...).

Na een uurtje komen we aan in Pisac en we kuieren er wat rond op het centrale marktpleintje. Overal staan kraampjes met souvenirs, en Meme krijgt al snel de pakjes-kriebels. Pepe kan maar op het nippertje voorkomen dat we voor de rest van de vakantie al met een propvolle derdewereld-zak met goodies moeten rondzeulen (het zelf dragen van de zak bleek afdoend als argument).

We kopen nog wat proviand en nemen tegen de middag de taxi naar de ingang van het complex bovenop de heuvel. Bedoeling is via de ruines te voet terug te keren naar het dorp (omgekeerd kon ook maar leek ons iets minder aantrekkelijk).

De ruines zijn naar goede gewoonte schitterend, maar wat vooral opvalt, zijn de gigantische terrassen die de Incas indertijd hebben aangelegd om de grond te kunnen bewerken.



Op foto lijken ze betrekkelijk klein maar in werkelijkheid zijn ze tot 4m hoog! Het is echt een prachtig uitzicht. We slenteren een paar uur door de verschillende delen van het complex : oude baden, het fort, het dorp aan de voet van de terrassen. Meme neemt -as usual- ruim de tijd om alles vast te leggen op foto en wacht op een bepaald moment zelfs een kwartier tot alle levende zielen uit het zicht zijn om een plaatje te schieten (pepe is na een paar reizen al een en ander gewoon en stort zich ondertussen dan maar op de aangekochte jammies).

In de late namiddag komen we weer toe in het centrum van Pisac (we zijn voor een keer niet verloren gelopen!) en hebben zin in een echt terras. We installeren ons met een vers sapje op een plaatsje met zicht op de markt en genieten van de hilarische taferelen die er zich afspelen. Busladingen toeristen worden gedropt en vallen ten prooi aan de in traditionele klederdacht uitgedoste kinderen (photo¿ photo¿). Sommigen proberen er zich van af te maken met een restje uit de lunchbox van ´s middags (een zakje ketchup bvb) maar krijgen een duidelijk beteuterde snuit te zien. Vaak wordt dan toch maar de (dikke) portefeuille bovengehaald, tot groot plezier van de Peruviaanse mama die wat verderop verdekt staat opgesteld.


We missen bijna de bus terug naar Cusco, en beklagen het ons al snel dat hij dan toch niet is doorgereden zonder ons. Onze chauffeur is nogal competitief ingesteld en zet de achtervolging in op een bus die voor ons rijdt. We zien het in Belgie niet snel gebeuren tussen 2 bussen van De Lijn maar hier is het ergens wel begrijpelijk. Elke klant die ze eerst oppikken zijn een paar soles extra voor de dag. Bijna loopt het slecht af wanneer we tijdens het inhalen een ander zwaargewicht uit de bocht zien komen. Piepende remmen, al hoor je het amper tussen het normale rammelen door. Het besef dat hij allicht zelf als eerste plat zal zijn (en dan niet zoveel aan zijn extra centen zal hebben), lijkt onze chauffeur tot inkeer te brengen. We komen heelhuids aan in Cusco en zijn toe aan een grote "Pisco Sour" ...


1 opmerking:

Anoniem zei

test test :-)