zaterdag 20 november 2010

In vogelvlucht naar Pokhara




Om half 8 's morgens melden we ons op de luchthaven. De wachtzaal is een met prikkeldraad afgebakende zone in open lucht. Het vriest nog stenen uit de grond. Tot overmaat van ramp staat in hetzelfde hok (er is er namelijk maar 1) nog een groep Franse vrouwen die een volledig repertoire chansons afjengelen. Pepe krijgt het danig op zijn heupen en piert wanhopig of hij al een vliegtuigje de berg ziet omdraaien. Maar noppes... 2 uur later is er nog steeds geen enkel vliegtuig te bespeuren. De Fransen nemen het zekere voor het onzekere, cancelen hun vlucht en laden hun bagage op een jeep voor een 10-uur durende rit door de bergen naar Pokhara. Pepe is helemaal hersteld en loopt snel even de luchthaven uit om bij de plaatselijke bakker wat proviand in te slaan. Plots schalt een sirene door het hele dorp en overal springen mensen recht. De Fransen draaien net de bocht om als we een eerste vleugeltje zien opduiken! Jippiee, dan toch vliegen. Alhoewel... over een uurtje zal de wind opsteken en worden alle vluchten gecanceld. We hollen naar de incheckbalie en na veel geduw en getrek, kunnen we de felbegeerde boarding pass bemachtigen. Vandaag verwachten ze dat er max 4 of 5 vluchten zullen vertrekken. We zien er een paar landen, maar telkens met de verkeerde staart (nepali air, sita air - damn, hadden we toch die moeten nemen? - agni air). 5de keer, goede keer... daar is de Yeti! Meme doet het in haar broek in het piepkleine propellervliegtuigje. We laveren tussen de 8000-ers door en de zichten zijn adembenemend. Of ligt het gebrek aan adem dan toch aan de vlucht?

Na een klein half uurtje landen we veilig en wel in het tropische Pokhara. We zweten ons te pletter in donsjas en dikke truien. Eventjes lunchen aan het meer en dan vinden we een heerlijk hotelletje aan de noordkant van Lakeside: kamertjes met zicht op het meer en een gezellige tuin met verschillende eethoekjes. We slenteren nog wat rond in Lakeside en pepe laat zich na een paar weken nog eens opkalefateren bij een lokale barber.

De volgende dag brengen we een bezoek aan het International Mountaineering Museum. Het geheel is redelijk modern opgevat en het is wel leuk om te zien hoe de eerste expedities de gigantische pieken veroverden. In de nagebouwde gompa raken we aan de babbel met een Tibetaanse vrouw die wat uitleg geeft over de verschillende beelden. Even later haalt ze een tas boven en probeert ons wat juwelen aan te smeren. Een gids die dan toch een niet-gids blijkt te zijn...

In de namiddag bezoeken we nog de Devi's Falls, een soort waterval die vanuit het meer in een diepe kloof de stad induikt. Op zich niet veel aan te zien (in de monsoon allicht een pak impressionanter), maar wel indrukwekkend dat er zo een massa water onder de stad doorstroomt. We pikken ook nog een grot mee en dwalen dan rond richting een Tibetaans vluchtelingenkamp.



We ontmoeten er zowaar het vrouwtje uit het museum dat ons bij haar thuis uitnodigt voor een echte Tibetan tea. Pepe helemaal in de wolken met het vooruitzicht op eten en drinken. Het bereiden van de thee is een ceremonie op zich. Terwijl in een thermos de theeblaren week worden, doet de gastvrouw een aantal ingredienten in een lange koker: melkpoeder, een grote lepel suiker (denken we) en een goeie klad boter uit Lhasa (we proberen ons niet af te vragen onder welke vorm de boter in Nepal is geraakt). Eventjes thee toevoegen, met een buis het geheel dooreen roeren en klaar is kees. Tot we vaststellen dat het hoofdingredient geen suiker is, maar zout !!! Het lijkt alsof we water uit de noordzee moeten doorslikken. We krijgen er gelukkig nog brood en een omelet bij maar het brouwsel is echt niet voor herhaling vatbaar. Het levensverhaal van de vrouw is dan weer wel de moeite. Ze vertelt hoe ze op haar 20ste Tibet ontvluchtte toen China er de plak kwam zwaaien. De meeste Tibetanen zitten nog steeds in ghetto's, zonder staatsburgerschap of enig uitzicht op een job. Haar leven bestond uit kinderen krijgen en vechten om te overleven.
Als we buitenkomen, is het al pikdonker en we weten totaal niet hoe we terug moeten geraken. Pepe begint halstarrig naar de verkeerde kant te stappen onder het mopperen dat het een absolute don't is om daar 's nachts te lopen. Gelukkig kan meme hem overtuigen dat het meer aan de andere kant ligt...

Geen opmerkingen: